Abstract
Momenteel werken er in de Nederlandse krijgs¬macht honderdvijftig geestelijk verzorgers. Naast 38 humanistisch geestelijk verzorgers, waarvan een groot aantal vrouwen, zijn er ook geestelijk verzorgers werkzaam vanuit de rooms-katholieke kerk, de protestantse kerk, de joodse en de Hindoestaanse gemeenschap. In 2009 hebben er ook voor het eerst imams hun intrede gedaan. Al deze geestelijk verzorgers hebben een onderscheidende levensbeschouwelijke of gods¬dienstige achtergrond. Maar ze hebben ook een gemeenschappelijk uitgangspunt: ze zijn alle¬maal vanuit een zendend genootschap gezon¬den om bij Defensie hun werk te doen. Daarmee is de rechtspositie van de geestelijk verzorger een wezenlijk andere dan die van de militair. De geestelijk verzorger valt niet onder het Militair Straf- en Tuchtrecht. Voor de inhoud van zijn werk legt hij primair
ver¬antwoording af aan zijn zendende instantie (het inhoudelijke deel van zijn functie), die ook verantwoordelijk is voor de inhoudelijke selectie en benoeming van de geestelijke verzorgers. Een geestelijk verzorger werkt voor de krijgsmacht, maar is niet van de krijgsmacht.
De reden voor deze bijzondere positie is dat een geestelijk verzorger buiten de hiërarchische organisatie van de krijgsmacht is geplaatst, juist met het oog op het onafhankelijk kunnen vervullen van zijn begeleidende taken en gelet op de vrijheid van levensbeschouwing en
gods¬dienst. Om buiten de krijgstuchtelijke verhoudingen te blijven, is hij niet aangesteld als militair maar als burger. Toch is de geestelijke verzorger wel verbonden met de krijgsmacht als werkgever.
Original language | American English |
---|---|
Title of host publication | 'Raadsman, heeft u nog raad?' |
Publisher | Papieren Tijger |
Number of pages | 132 |
ISBN (Electronic) | 9789067282345 |
ISBN (Print) | 9789067282345 |
Publication status | Published - 1 Jan 2009 |