Abstract
Deze dissertatie bestaat uit een uitvoerige beschrijving van ‘good practice’,
een casestudy dus. Humanitas Rotterdam als leverancier van zorg, welzijn
en wonen is daarbij met een aantal theoretische instrumenten doorgelicht
en ook uitvoerig empirisch onderzocht.
Humanitas heeft een traditie van vernieuwing en grensverlegging in de ouderenzorg.
Welke rol de ondernemer daarin speelt en hoe het proces van ‘creative
destruction’ werkt, komt bij het begin van het proefschrift aan de orde.
De core business van Humanitas is verschoven van cure en care naar cure,
care, wonen en welzijn. Humanitas probeert bij het creëren van menselijk
geluk nieuwe sturingsmechanismen te entameren. Deze minder voelbare,
in zekere zin verborgen (vandaar de titel), culturele sturing, vindt plaats in
een symbiose waarin begrippen als ja-cultuur, use it or lose it, management
by storying around, levenskunst, Humanitas Extended Family en levensloopbestendigheid
een belangrijke plaats hebben. Het is een model waarin
menselijk geluk gegenereerd wordt via een tweezijdige aanpak, een individualistische
en een gemeenschapsgerichte.
Om een idee te krijgen waar het bij het geluk om gaat, is gebruik gemaakt
van een aantal theoretische modellen over geluk: het pleasure en pain-model
van Bentham, het welstand, welvaart, welzijn, gelukmodel van Lambers,
het kwadrantenmodel van Veenhoven, het tempelmodel van Petzold,
het piramidemodel van Maslow, de flowtheorie van Csikszentmihalyi en
het tegenstellingsmodel Apollinisch/Dionysisch. Bij al deze theorieën is
gekeken op welke onderdelen het systeem van Humanitas een bijdrage levert.
Original language | American English |
---|---|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 1 Oct 2003 |
Publisher | |
Print ISBNs | 90-803354-6-0 |
Electronic ISBNs | 90-803354-6-0 |
Publication status | Published - 1 Oct 2003 |