Kwalitatief interviewen, kunst en kunde

Het kwalitatieve interview heeft veel weg van een goed gesprek. Wat maakt iemand tot een goede gesprekspartner? Dat hij luistert met aandacht, meedenkt en meevoelt met het vertelde en je uit laat spreken. Kortom: een invoelende ruimte biedt en belangstellend is. Is zo iemand vanzelf een goede interviewer? Nee, want alhoewel hiermee de basis is gelegd voor een deel van de kunst waar de titel van dit boek naar verwijst, heeft een interviewer additionele kennis en vaardigheden nodig. Dat is de kunde, die in dit boek uitgebreid besproken wordt. Een interview is allereerst een vraaggesprek met een welbepaald informatiedoel. En pas als de vaardigheden van de goede gesprekspartner samenkomen met de kunde van de onderzoeker, is er sprake van de interviewkunst waar in de titel naar verwezen wordt. In deel I van het boek (geschreven door Jeanine Evers en Fijgje de Bo er) worden uitgebreid allerlei technische kwesties van het interviewen besproken in samenhang met het improviserende karakter van een goed kwalitatief interview. In deel II wordt door auteurs met verschillende disciplinaire achtergronden gesproken over het interviewen van specifieke groepen respondenten (Nico Baakman over elites, Hans Krober en Jeroen Zomerplaag over verstandelijk gehandicapten, Jacomine de Lange over ouderen, Ilse van Liempt over gesmokkelde migranten) en over bepaald soort interviews (Ad van Fessem over focusgroepen in marktonderzoek, Frank van Gemert over interviews bij etnografisch veldwerk, Ellis Jonker over biografische interviews, Ilja Maso over hermeneutische interviews en Stef Scagliola over oral history interviews bij (ex-)militairen. Dit boek is geschikt voor elke onderzoeker die kwalitatieve interviews wil gaan toepassen, alsmede voor onderwijs in kwalitatief interviewen.