Abstract
In opdracht van de NVRT (Nederlandse Vereniging van Reïncarnatietherapeuten) werd in 1992
een onderzoek gedaan naar de satisfactie van ex-cliënten, die bij de leden van deze vereniging
reïncarnatietherapie hebben ondergaan. Satisfactie werd in het onderzoek opgevat als een
graadmeter voor de tevredenheid over de inspanningen van de therapeut en over het resultaat van
de behandeling.
Reïncarnatietherapie is een vorm van psychotherapie waarin wordt uitgegaan van de
veronderstelling dat problemen in het heden hun oorsprong kunnen hebben in of samenhangen
met traumatische ervaringen. De tijdens het therapeutisch proces bij de cliënt opkomende
herinneringen aan dergelijke ervaringen, ook als die lijken te zijn voorgevallen in zogenoemde
eerdere levens, worden serieus genomen en in de behandeling betrokken.
Aan het onderzoek werkten 32 therapeuten mee. Zij vulden een speciaal voor dit onderzoek
ontworpen intakekaart in. Van 409 cliënten werden de intakekaarten naar de onderzoeksleider
gestuurd. Uit de intakekaarten bleek de verhouding mannelijke en vrouwelijke cliënten 149 : 260.
Van hen was 39% hoog en 46% middelbaar opgeleid. De meest voorkomende klachten op de
intakekaarten waren angstklachten, relatieproblemen en chronisch fysieke klachten. Ook
depressiviteit en onzekerheidsgevoelens scoorden hoog in aantal. Door 227 cliënten werd eerdere
behandeling voor de aangemelde klachten genoemd. Ook bleek uit de intakekaarten dat 41% van
de cliënten de therapie voortijdig heeft beëindigd, al dan niet in overleg met de therapeut. De
overigen (230) voltooiden de behandeling in gemiddeld 6,2 sessies van 2 tot 2½ uur. Bij 67% was
er sprake van opgekomen traumatische ervaringen uit “vorige levens”.
Aan 393 ex-cliënten werd een vragenlijst gestuurd (fase 1) met achttien stellingen, deels
overgenomen uit een onderzoek van het NcGv onder ex-cliënten van de RIAGG. Toegevoegd
waren vragen over het resultaat van de therapie in termen van probleemreductie en over relevante
“vorige-levenservaringen”. Zes maanden na de therapiebeëindiging (fase 2) werd nogmaals een
vragenlijst verzonden, eveneens met vragen over de eventuele wijziging van de klachten of
problemen en over de waardering voor de kwaliteit van de therapie.
De respons op de toegestuurde vragenlijsten fase 1 (direct na de therapiebeëindiging) was 85%.
Van 327 cliënten waren de ingevulde vragenlijsten bruikbaar voor analyse. Op de achttien
stellingen werden scores genoteerd die op een schaal van 1 (uiterst ontevreden) tot 5 (uiterst
tevreden) uitkwamen op 4,8 tot 4,3. Uit de in beide onderzoeken gestelde vragen over de
bekwaamheid en deskundigheid van de therapeut bleek in dit satisfactieonderzoek weinig twijfel
over de deskundigheid van de reïncarnatietherapeut. De vragen over de tijdens de sessies
opgekomen “vorige-levenservaringen” en de relatie daarvan met het therapieresultaat werden
door ruim 200 proefpersonen positief beantwoord. Uit de antwoorden op een gerichte effectvraag,
zes maanden na de beëindiging van de behandeling, bleek bij 58% van de proefpersonen sprake te
zijn van geheel of grotendeels verdwijnen van de aangemelde klachten. Voor de kwaliteit van de
therapie werd door 287 proefpersonen 7,7 als gemiddeld waarderingscijfer toegekend. In de
resultaatvergelijking naar hulpvraag scoorden depressies (77%), angstklachten (60%) en
chronisch fysieke klachten (51%) het hoogst.
In dit onderzoek is gebleken dat ex-cliënten van reïncarnatietherapeuten over het algemeen
tevreden zijn over de bejegening en over de behandeling. Voor niet-psychiatrische patiënten geldt
dat bij omstreeks 60% van degenen die de therapie afmaken de aangemelde problemen geheel of
grotendeels zijn verdwenen. Dat oordeel geldt ook zes maanden nadat de behandeling is
afgerond.
Original language | American English |
---|---|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 11 Apr 2006 |
Publisher | |
Print ISBNs | 90 6665 758 8 |
Electronic ISBNs | 90 6665 758 8 |
Publication status | Published - 11 Apr 2006 |