Aan het woord vooraf: over de ontmoeting binnen het humanistisch geestelijk werk en wat er aan het woord vooraf gaat

  • Leonore Meijboom

Student thesis: Master's Thesis: Humanistic Studies

Abstract

In mijn scriptie Aan het woord vooraf stel ik mijzelf de vraag hoe mensen eigenlijk met elkaar in contact komen. In ons privé leven lijkt dit als vanzelf tot stand te komen en hoewel het soms met de ene makkelijker klikt dan met de ander maken we ons daar weinig zorgen over, want in onze vrije tijd hebben wij het voor het kiezen met wie we het liefst omgaan. In de beroepssfeer wordt het al minder vrijblijvend en worden soms trainingen gegeven ter bevordering van de communicatie en de contactvriendelijkheid, want het gaat hier tenslotte om verkoop- en omzetcijfers. In de humanistische geestelijke verzorging echter gaat het niet om zo’n prestatiegericht contact of om aangeleerde technieken, maar om de ontmoeting van mens tot mens in vertrouwen en openheid. Hoewel niet prestatiegericht gaat het hier dus wel degelijk om een professionele contactvaardigheid, die naar mijn idee niet louter en alleen kan leunen op het woord. Waar collegae dominee en pastoor nog terug kunnen vallen op een entree via gedeelde bekendheid met het boek of met de gebeden, heeft juist het Humanisme vanaf het allereerste begin getracht de humanistische levensovertuiging te verbinden met een praktische aanpak. Van Praag stelt dat juist in deze ‘verbinding van bezinning en handeling’ het specifiek eigene van het humanisme is terug te vinden. Na dertig jaar ervaring in het leggen van professionele contacten in de gezondheidszorg als fysio/haptotherapeut, vroeg ik mij af in hoeverre de door mij ervaren faciliterende factoren ook speelden in de geestelijke verzorging. Het onderzoek dat ik hiertoe deed heeft als centrale vraag: Hoe komt in het humanistisch geestelijk werk een ontmoeting tot stand als het gaat om existentiële zaken en welke factoren spelen daarbij een rol? Voor mijn onderzoek interviewde ik zes collega’s in uiteenlopende sectoren te weten het ziekenhuis, het verpleeg- en verzorgingshuis, de jeugdgevangenis en die voor volwassenen en ten slotte de vreemdelingendetentie. In eerste instantie meenden de meesten vrijwel zeker te weten dat het verbale contact hierbij een doorslaggevende rol speelde, terwijl bij het verzamelen en rangschikken van de interviews bleek dat juist iedereen een onbewuste en weinig benadrukte benaderingsstategie had ontwikkeld, afhankelijk van omstandigheden en persoonlijke voorkeur, die bepalend was voor de eerste voorzichtige verkenningen van mens tot mens en waarbij nabijheid bepalend bleek. Pas daarna kwamen de woorden, hoewel het dan soms ook niet meer uitmaakte of je iets zei of alleen maar knikte.
Date of Award1 Jan 2008
Original languageDutch
SupervisorA. A. M. Jorna (Supervisor) & A. Smaling (Supervisor)

Cite this

'