In dit onderzoek wordt met behulp van een combinatie van sociaalwetenschappelijke en filosofische bronnen autonomie in relatie tot het voltooid leven debat onderzocht. Onderzocht is wat de hedendaagse humanistische visies op autonomie van Todorov, Manschot, Dohmen en Kunneman bij kunnen dragen aan verheldering en nuancering van de manier waarop het concept autonomie in het voltooid leven debat wordt gehanteerd. In het voltooid leven debat worden pure of relationele visies op autonomie gehanteerd of een combinatie van aspecten van beiden. Verder blijkt uit de analyse dat er twee soorten relationele visies te onderscheiden zijn. Er zijn relationele visies die het primaat aan de individuele morele actor geven en er zijn relationele visies die het primaat aan de relaties en de (zorgende) gemeenschap geven.
Todorov hanteert autonomie als één van de drie pijlers waar hedendaags humanisme aan behoort te voldoen om van humanisme te spreken. De pijlers autonomie, de ander (als) doel en gelijkwaardigheid zijn altijd aanwezig en interactief. Manschot bepleit sociale levenskunst en socratische autonomie door vriendschappelijke (zorg)relaties. Dohmen hanteert autonomie door levenskunst als zelfzorg. Kunneman hanteert een diepe autonomie die voortkomt uit de verwikkelingen met en begrenzingen door anderen. De vier hedendaagse humanistische visies op autonomie leveren een bijdrage aan het voltooid leven debat omdat ze het belang van zowel de morele actor als het relationele benadrukken en deze elk op hun eigen wijze met elkaar verbinden.
Date of Award | 1 Jan 2017 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | H. Laceulle (Supervisor) & F. Pitstra (Supervisor) |
---|