Abstract
Als gevolg van de kritiek op het kwaliteitsniveau van de ouderenzorg is er meer aandacht gekomen voor de rol van persoonlijke betrokkenheid en zingeving binnen deze ouderenzorg. Het wordt steeds zichtbaarder dat levensvragen en zingeving een integraal onderdeel zijn van goede kwaliteit van zorg. Het belang van zingeving voor de levenskwaliteit is dan ook opgenomen in het kwaliteitskader voor de institutionele ouderenzorg (Zorginstituut Nederland, 2017, p. 12). In het actueel houden van het zingevingsdomein binnen de ouderenzorg is het thema verbinding van essentieel belang. Dit kwam zowel in het literatuuronderzoek als het empirische onderzoek naar voren. Als het gaat over zingevingsbronnen bij ouderen lijkt verbinding een goed aspect om de kwaliteit van het leven te verhogen. Humanistisch geestelijk verzorgers zijn de uitgelezen personen om de rol van zingeving en levensvragen binnen de organisatie actueel te houden.Het vak geestelijke verzorging is parallel ontstaan aan de ontwikkeling van gezondheidszorg als diaconaal initiatief en heeft zich ontwikkeld tot een beroep van professionals op het terrein van levensbeschouwing, spiritualiteit, ethiek en zingeving als geïntegreerd en vast onderdeel van de totale zorgdienstverlening. Het belangrijkste effect van de historische ontwikkeling van het beroep van humanistisch geestelijke verzorger is dat geestelijk verzorgers niet meer een afgesloten groepje zijn, maar zich verbinden met de rest van de organisatie en zichzelf zichtbaar waardevol proberen te maken. In het uitvoeren van dit beroep is de (humanistisch) geestelijk verzorger uniek. Ze is namelijk actief op alle drie de niveaus binnen een organisatie; het micro-, meso- en macroniveau.
Dit onderzoek heeft zich dan ook gericht op wat een humanistisch geestelijk verzorger kan bijdragen aan het zingevende aspect van verbinding van zorgvragers in verpleeg- en verzorgingstehuizen in Nederland. Aan de hand van literatuuronderzoek en empirisch onderzoek is geprobeerd antwoord te vinden op deze vraag. De empirische data is verzameld aan de hand van tien kwalitatieve diepte-interviews met humanistisch geestelijk verzorgers die werkzaam zijn in de ouderenzorg. De analyse van de interviews wijst uit dat humanistisch geestelijk verzorgers inderdaad actief zijn op de drie eerder beschreven niveaus binnen de organisatie en ze daarbinnen verschillende activiteiten en bijeenkomsten organiseren om een bijdragen te leveren aan verbinding.
De conclusie van dit onderzoek is dat hoewel deze categorisatie in drie niveaus (micro, meso en macro) heel overzichtelijk lijkt in de theorie, de rol en plek van de humanistisch geestelijk verzorger binnen de organisatie in de ouderenzorg in de praktijk vaak helemaal niet zo helder is. De humanistisch geestelijk verzorger wil het liefst op microniveau werken want ‘daar gaat het uiteindelijk om’, maar meso- en macroniveaus beïnvloeden juist de omstandigheden van het microniveau. De humanistisch geestelijk verzorgers zijn de aangewezen personen om op die andere niveaus zingeving op de agenda te zetten zodat ze op microniveau meer verbinding kunnen brengen. Zij hebben daarmee tegenwoordig de taak om niet meer het afgesloten groepje te zijn dat ze vroeger waren maar zich te blijven verbinden met de rest van de organisatie om zichzelf zichtbaar en waardevol te maken.
Date of Award | 9 Mar 2022 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | R. van Boeschoten (Supervisor) & Marie-Christine J. L. Opdenakker (Supervisor) |