Steeds meer artsen kampen met burn-outklachten. Toch wordt gedacht dat deze klachten binnen de werkcultuur van artsen niet altijd bespreekbaar zijn en zelfs dat de werkcultuur een risicofactor is voor het ontstaan van een burn-out. Ook maatschappelijke tendensen beïnvloeden hoeveel erkenning er is voor burn-out. Artsen die werkzaam zijn in de palliatieve zorg hebben mogelijk nog meer kans op burn-outklachten vanwege de aard van hun werk.
Er is veel onderzoek gedaan naar de behandeling van burn-out bij artsen. Echter, onderzoek naar het spreken van Nederlandse artsen over burn-out bij artsen ontbreekt, terwijl dit wel kan bijdragen aan het begrip over de relatie tussen burn-out bij artsen en onderliggende normen en waarden vanuit de werkcultuur en maatschappelijke tendensen. Door deze onderliggende normen en waarden in het spreken vanuit zorgethisch perspectief te bekijken, kan nagedacht worden over goede zorg met betrekking tot burn-out bij artsen. Dit onderzoek zoekt dan ook een antwoord op de vraag: Hoe verhouden de discoursen van artsen werkzaam in de palliatieve zorg over burn-out bij artsen zich tot zorgethische theorie en wat kan deze vergelijking opleveren voor goede zorg (voor artsen) met betrekking tot burn-out bij artsen?
Een theoretische voorstudie geeft een overzicht van burn-out bij artsen en de mogelijke invloed van de werkcultuur van artsen, van maatschappelijke tendensen en van het werkzaam zijn in de palliatieve zorg hierop. Met een kritische discoursanalyse wordt onderzocht hoe artsen die werkzaam zijn in de palliatieve zorg spreken over burn-out bij artsen. De thema’s die hierbij naar voren komen zijn in te delen in drie overkoepelende discoursen: hoe artsen spreken over de identiteit van artsen; hoe artsen spreken over burn-out; en hoe artsen spreken over zorg (voor artsen). Hieruit blijkt dat de werkcultuur van hard werken; sterk zijn; niet zeuren; eigen problemen oplossen; geen emoties laten zien; niet ziek zijn; en voor jezelf zorgen, diepgeworteld zit, waardoor er weinig ruimte is om burn-outproblematiek te bespreken en in het kader hiervan goede zorg te leveren.
Op deze resultaten wordt vanuit zorgethisch perspectief gereageerd. Hierdoor ontstaat er ruimte om artsen te zien als medemensen, inclusief hun onvermijdelijke kwetsbaarheid en afhankelijkheid en hun behoeften aan zorg. Zorg in het kader van burn-out wordt dan niet een individuele verantwoordelijkheid, maar onderdeel van de verantwoordelijkheid van een grotere sociale groep. Dit inzicht is een eerste stap in het accepteren van burn-out bij artsen.
Date of Award | 1 Jan 2020 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | C. Leget (Supervisor) & V. Baur (Supervisor) |
---|