Het Franse aforisme ‘La médecine c'est guérir parfois, soulager souvent, consoler toujours' plaatst troosten onlosmakelijk in de kern van de geneeskunde. Desalniettemin blijft veel onbekend en onderbelicht over troosten door artsen. Zo ook over troosten van patiënten met amyotrofische laterale sclerose (ALS): een progressieve aandoening die niet te genezen en slecht te behandelen is, maar waarin lijden een belangrijk probleem vormt.
In deze thesis wordt onderzocht hoe revalidatieartsen vormgeven aan troosten bij patiënten met ALS. Om deze vraag te beantwoorden wordt een theoretische verdieping beschreven in troosten, en naar wederkerige afhankelijkheid, relationaliteit, machteloosheid en professionaliteit tussen zorgverlener en zorgontvanger. Hierin wordt het belang van troosten van een lijdende persoon duidelijk, maar ook wat de mogelijke uitdagingen zijn voor artsen bij het troosten van patiënten. Daarnaast zijn interviews met drie revalidatieartsen afgenomen volgens de sociaal constructivistische benadering van grounded theory. Uit de interviews kwamen vier vormen van troosten door de revalidatiearts bij patiënten met ALS naar voren: 1) troosten door de revalidatiearts in de spreekkamer, 2) aansturen van troosten door het multidisciplinaire revalidatieteam, 3) navragen van ervaren troost door het eigen systeem van de patiënt en de naasten actief betrekken in troosten, en 4) reflecteren op troost voor de revalidatiearts.
Op deze resultaten wordt vanuit zorgethisch perspectief gereageerd. Troosten tussen de revalidatiearts en patiënt met ALS blijkt een pluriform proces te zijn waarin meerdere factoren, actoren, relaties en lichamen een rol spelen. De zoektocht naar troost op maat door de revalidatiearts is belangrijk, maar nog onvolledig. Onderzoek naar de stem van de patiënt met ALS over troosten in en buiten de spreekkamer is hierin tevens onmisbaar.
Date of Award | 1 Jan 2020 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | L. Visser (Supervisor) & van I. Nistelrooij (Supervisor) |
---|