Dit verkennende onderzoek beschrijft de wijze waarop docenten hun burgerschapsvormende taak beschouwen aan de hand van het bespreken van controversiële kwesties en in het bijzonder de Zwarte Piet-discussie in 2014. Aan de hand van theoretische inzichten over burgerschapsvorming in relatie tot het bespreken van controversiële kwesties in de klas, is middels empirisch onderzoek onderzocht welke ervaringen docenten zelf hebben met het bespreken van dergelijke kwesties en welke keuzes zij daarin maken. Het blijkt dat docenten vinden dat ze een ondersteunende en informerende taak hebben bij het op gedegen wijze betrekken van leerlingen in de samenleving. Ze spreken leerlingen nadrukkelijk aan op hun eigen mening op actuele, controversiële thema’s. Docenten maken zowel gebruik van groepsdialoog als debatvormen en het verschilt nogal of zij hun eigen visie de les inbrengen. Docenten zien hun rol zelf als het op gang brengen van de discussie in de klas en zijn vooral erg benieuwd naar hoe leerlingen er nu eigenlijk zelf in staan. Over het algemeen handelen ze vanuit een overtuigde visie op onderwijs en samenleving, en blijken ze goed te weten welke vaardigheden zij willen dat hun leerlingen in dit kader opdoen. Evenwel is er vaak sprake van een geringe lesvoorbereiding en kiezen docenten geregeld voor werkvormen die niet worden aanbevolen door theoretici als het gaat om het bespreken van controversiële kwesties in de les.
Date of Award | 1 Jan 2015 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | A. C. Suransky (Supervisor) & I. Groot, de (Supervisor) |
---|