Abstract
Dit theoretische onderzoek richt zich op het faith-ontwikkelingsmodel van Fowler (1981). Faith is volgens Fowler een universeel menselijk principe, dat richting en zin geeft aan het leven. Fowler ontdekte zes faith-stadia.De huidige (post)seculiere tijd kent een enorme diversiteit binnen religieuze tradities en daarbuiten. Geestelijk verzorgers geven aan moeite te hebben om cliënten goed te kunnen be-grijpen/verstaan in deze levensbeschouwelijk versnipperde samenleving. Fowlers stadiummodel zou geestelijk verzorgers hierbij van dienst kunnen zijn. Het model biedt kaders – zes stadia – en tegelijkertijd ruimte voor diversiteit tussen en binnen deze stadia. In dit onderzoek wordt de volgende hoofdvraag behandeld: In hoeverre sluit Fowlers ontwikkelingsmodel van levensbeschouwing aan bij de levensbeschouwelijke competentie van humanistische geestelijke verzorging in de huidige (post)seculiere tijd? Fowlers model blijkt compatibel met de huidige (post)seculiere tijd, zoals getheoretiseerd door Charles Taylor. In eerdere onderzoeken zijn vier van Fowlers stadia aangetroffen bij volwassen respondenten. Er is echter onvoldoende bewijs voor een opeenvolgende ontwikkeling. Daarom kan het model het beste als typologie in plaats van als stadiummodel worden beschouwd. Zo kan ook het normatieve element van een ontwikkelingsdoel (de hogere stadia) worden vermeden. De vier types die relevant zijn voor de geestelijke verzorging zijn Mythic-Literal Faith, Synthetic-Conventional Faith, Individuative-Reflective Faith en Universalizing Faith.
Date of Award | 17 Nov 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Arjan W. Braam (Supervisor) & Joanna Wojtkowiak (Supervisor) |