Euthanasie is een veel besproken onderwerp in onze huidige samenleving. Regelmatig is dit onderwerp aan de orde in kranten, de media en ook in de politiek. Heel anders is het wanneer het
gaat over mensen wiens euthanasieverzoek wordt afgewezen. Deze problematiek is vooralsnog
onzichtbaar. De thesis is een aanzet om deze mensen een gezicht te geven en genereert
fenomenologische kennis met betrekking tot het lijden van mensen van wie het euthanasieverzoek
is afgewezen. Er wordt onderzocht hoe het lijden wordt ervaren bij een afwijzing van een
euthanasieverzoek en wat dit betekent voor goede zorg.
Aan de basis van dit onderzoek liggen de geleefde ervaringen van vier participanten waarvan het
euthanasieverzoek is afgewezen door de Levenseindekliniek. Uit deze geleefde ervaringen zijn vijf
thema’s gedestilleerd die iets zeggen over het lijden van de participanten rondom de afwijzing van
het euthanasieverzoek. Deze thema’s zijn: ‘ontheemd raken’, ‘uitzichtloosheid’, ‘hoop’, ‘zich niet
gezien voelen’ en ‘totale verlatenheid’. De thema’s kunnen gezien worden als een proces, waarbij
‘hoop’ eveneens zorgt voor beweging; het herhaald blijven zoeken naar een uitweg in het leven of
in de dood.
Uit de geleefde ervaringen van de participanten blijkt dat zij binnen de thema’s ‘ontheemd raken’
en ‘uitzichtloosheid’ te maken krijgen met een stapeling van verlies van verbinding met de wereld,
de ander en zichzelf. Zij voelen zich niet altijd gezien en tevens verlaten door de mensen om hen
heen en de professionals die op hun pad komen. Wanneer zij het euthanasietraject ingaan en te
maken krijgen met een afwijzing van het euthanasieverzoek, dan worden zij wederom
geconfronteerd met deze ervaring van onzichtbaar-zijn door verlating; het zich niet gezien voelen
en verlaten worden. Deze ervaring kan omschreven worden als een indikking van het al bestaande
geleefde lijden.
Dit onderzoek laat zien dat er vanuit het relationele mensbeeld aansluiting gevonden kan worden
door deze mensen te zien, te laten tellen en door afgestemd te besluiten (Goossensen, 2014).
Aandachtige betrokkenheid – in de breedste zin - blijkt hierin een cruciale fase en een startpunt
voor goede zorg.
Date of Award | 1 Jan 2017 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | C. J. W. Leget (Supervisor) & M. A. Goossensen (Supervisor) |
---|