Het existentiële en maatschappelijke spanningsveld rondom acceptatie van chronische pijnklachten vormt de aanleiding van dit afstudeeronderzoek: pijn accepteren die per definitie niet te accepteren valt, in een samenleving met weinig ruimte voor kwetsbaarheid. Vanuit een zorgethisch perspectief ontstond de behoefte aan andere invalshoeken op dit spanningsveld en acceptatie te plaatsen in de context van de samenleving. De volgende onderzoeksvraag is geformuleerd: Welke discursieve structuren beïnvloeden chronische pijnpatiënten in het accepteren van hun klachten en het ervaren van innerlijke ruimte en wat kunnen deze inzichten bijdragen aan (het denken over) goede zorg vanuit een zorgethisch perspectief?
In het theoretisch-conceptuele onderzoek zijn beschouwingen ten aanzien van pijn en acceptatie onderzocht. Het zorgethische perspectief benadrukte onder andere de existentiële aard van chronische pijn en het belang van zinervaring. Met vier chronische pijnpatiënten zijn vervolgens narratieve interviews gevoerd, die zijn geanalyseerd middels discoursanalyse en binnen het Ars Moriendi model.
‘Acceptatie’ blijkt onderhevig aan discursieve structuren en wordt soms functioneel ingevuld. Het denken van chronische pijnpatiënten over ‘acceptatie’ ontwikkelt zich binnen de leefwereld en wordt sociaal en cultureel geconstrueerd. Daarentegen biedt ‘innerlijke ruimte’ een verruimd perspectief en doet meer recht aan de complexiteit van chronische pijn. ‘Innerlijke ruimte’ geeft woorden aan de existentiële spanningsvelden ‘houvast en onzekerheid’ en de zoektocht naar betekenisgeving aan pijn en lijden. Daarnaast wordt zichtbaar dat het transformatieve karakter van chronische pijn vraagt om verschillende verhoudingen tot het lichaam om maatschappelijk te kunnen meedoen.
De inzichten stimuleren de reflectie over goede zorg bij chronische pijnpatiënten. Het blijkt belangrijk om vanuit de zorgpraktijk ruimte te geven aan kwetsbaarheid en de mogelijkheden om maatschappelijk te kunnen meedoen. Vanuit een zorgethisch perspectief helpt ‘innerlijke ruimte’ om verscholen stemmen in het spanningsveld rondom chronische pijn bloot te leggen. Het Ars Moriendi voor chronische pijn is vernieuwend maar vraagt om meer empirisch en conceptueel onderzoek. Daarbij lijkt het belangrijk om voortdurend een vertaalslag te maken naar de zorgpraktijk, en te onderzoeken hoe het Ars Moriendi en bestaande behandeltheorieën elkaar kunnen aanvullen en versterken.
Date of Award | 1 Jan 2019 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | A. A. M. van Nistelrooij (Supervisor) & V. E. Baur (Supervisor) |
---|