Sinds begin jaren 70 heeft het onderwerp integriteit een vaste plek op de politieke en bestuurlijke agenda. Sinds die tijd is het begrip integriteit met de tijd veranderd, wat het integriteitsvraagstuk er niet makkelijker op heeft gemaakt. In de wetenschappelijke literatuur is de vraag over wat wel en wat niet werkt met betrekking tot integriteitsbeleid nog altijd een prangende vraag. Zo is de focus in de beginjaren vooral gelegd op bewustwording, waarnaar later een roep kwam om meer wetgeving te formuleren om zo de integriteit van het openbaar bestuur te waarborgen. Dit onderzoek laat zien dat binnen de overheid nog altijd de nadruk wordt gelegd op een regelgerichte ofwel deontologische invulling van integriteitsbeleid. In dit artikel zal worden aangetoond dat de huidige deontologische visie op integriteit en integriteitsbeleid beperkingen heeft en dat de deugdenethiek van meerwaarde kan zijn op het meer integer maken van het openbaar bestuur.