Deze scriptie belicht vanuit de ervaring van existentieel lijden van ziekenhuispatiënten, de manieren waarop geestelijk verzorgers in hun begeleiding bij dit existentiële lijden, lichamelijkheid invullen en welke betekenissen zij daaraan toekennen. Dertien geestelijk verzorgers van de oncologieafdeling van het ziekenhuis zijn geïnterviewd. Met behulp van de IPA methode en het continuüm van lichamelijkheid van Leijssen (2006) is de data geanalyseerd.
De manieren waarop invulling wordt gegeven aan lichamelijkheid, kan met dit continuüm van Leijssen (2006) onderverdeeld worden met behulp van verschillende aspecten van het lichaam, namelijk: het ervarende lichaam, lichaamstaal, het lichaam in beweging en aanraking.
Uit dit onderzoek is gebleken dat lichamelijkheid vooral betekenis kreeg in relatie tot iets anders, gethematiseerd als betekenisdimensies relationaliteit, spiritualiteit en contextualiteit. De betekenissen dienen gelezen worden als mogelijke betekenissen die kunnen ontstaan; niet als een doel dat rechtstreeks behaald en gecontroleerd kan worden.
Date of Award | 1 Jan 2019 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | C. M. Schuhmann (Supervisor) & A. Ljamai (Supervisor) |
---|