De werkpraktijk van artsen bevindt zich op een vlak dat rijk is aan contrasten, crisismomenten of verlieservaringen. Oftewel, een zorginstelling is bij uitstek de plek waar de confrontatie met de kwetsbaarheid van het leven zich voordoet. In wetenschappelijk onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de impact van deze confrontatie voor de patiënt. Maar hoe ervaart de medisch specialist de confrontatie met dit existentieel paradigma?
In een kwalitatief empirische studie is het kruispunt van het medisch – en het existentieel paradigma’s in de werkpraktijk van de medisch specialist onderzocht. Dit is een eerste verkenning geweest in de existentiële thema’s waarmee medisch specialisten in het werk geconfronteerd worden. Het onderzoek heeft kennis opgeleverd over de ervarings- en belevingswereld, de existentiële thema’s en de eigen omgang hiermee. Daarnaast is de exploratieve wijze van onderzoek een eerste noodzakelijke stap gebleken om kwalitatief te kunnen onderzoeken of medisch specialisten behoefte ervaren aan bijstand of steun, en zo ja, in welke vorm.
Concluderend blijkt de ruimte voor kwetsbaarheid gering in de medische beroepscultuur. Respondenten vinden dat er een emotioneel vangnet moet zijn voor artsen die daar behoefte aan hebben. Als mogelijke vorm van steun of opvang, noemen zij intervisie. Begeleiding door een onafhankelijke buitenstaander kan respondenten ondersteunen in de verbinding aangaan met het verhaal van de eigen kwetsbaarheid.
Date of Award | 1 Jan 2014 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | A. A. M. Jorna (Supervisor) & C. W. Anbeek (Supervisor) |
---|