Abstract
Humanistisch geestelijk verzorgers hebben een verhoogde kans op het oplopen van een burn-out of compassiemoeheid, doordat zij tijdens hun werk voortdurend in aanraking komen met mensen die lijden of in crisis zijn en zij daarbij hun eigen behoeftes uit het oog kunnen verliezen. Zelfzorg speelt een grote rol in het tegengaan van een burn-out of compassiemoeheid. Het beoefenen van zelfzorg lijkt daarom een essentieel onderdeel te zijn van de beroepspraktijk van de humanistisch geestelijk verzorger. Dit onderzoek gaat in op wat de begeleiding van breukervaringen door humanistisch geestelijk verzorgers aan zelfzorg vraagt. De volgende vraagstelling is opgesteld: Werken praktijken van zelfzorg door in de omgang van humanistisch geestelijk verzorgers met existentieel leed en breukervaringen en zo ja, op welke manier? Om een antwoord te kunnen gevenop deze vraag hebben humanistisch geestelijk verzorgers reflectiedagboeken bijgehouden aangaande hun praktijk van zelfzorg en zijn diepte-interviews afgenomen met dezelfde humanistisch geestelijk verzorgers. De data die uit de reflectiedagboeken en diepte-interviews kwam, is geanalyseerd middels Atlas.TI.
Uit de data-analyse is gebleken dat humanistisch geestelijk verzorgers, door regelmatig praktijken van zelfzorg te beoefenen, de breukervaringen en het existentieel leed van anderen uit kunnen houden en de begeleiding van deze momenten geen aanvullende zelfzorg vereist. Momenten die wel om aanvullende zelfzorg vragen, zijn de situaties waarin er een incident plaatsvindt in de relatie tussen de humanistisch geestelijk verzorger en een ander of waarin de ervaring van de ander dichtbij een ervaring van de humanistisch geestelijk verzorger zelf komt. Respondenten in dit onderzoek geven aan zelfzorg te beoefenen met als doel volledig bij de ander aanwezig te kunnen zijn en goed op die ander af te kunnen stemmen. Praktijken van lichamelijke en relationele zelfzorg zijn daarbij het belangrijkst. Ook spirituele zelfzorg blijkt een grote rol te spelen. Uit dit onderzoek blijkt dat spiritualiteit en levensbeschouwing een voedingsbron zijn voor humanistisch geestelijk verzorgers en hen helpen in het omgaan met het existentiële leed dat zij tijdens hun werk meemaken. Uit dit onderzoek blijkt dus dat humanistisch geestelijk verzorgers zelfzorg beoefenen om hun vak goed uit te kunnen oefenen, waarmee zelfzorg een essentiële rol speelt in de beroepspraktijk van humanistisch geestelijk verzorgers. Vervolgonderzoek zou dieper in kunnen gaan op de vraag op welke manier praktijken van zelfzorg verschillen als het gaat om geestelijk verzorgers met verschillende zendingen.
Date of Award | 19 Aug 2022 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Carmen M. Schuhmann (Supervisor) & Wander van der Vaart (Supervisor) |