Abstract
Aan de hand van dekoloniale denkers, zoals Anthony Pinn en Gloria Wekker, leg ik in deze scriptie aannames bloot die diep geworteld zijn in het cultureel archief van het Nederlandse humanisme. Deze aannames worden zelden expliciet benoemd, maar hebben een doorwerking in hoe het humanisme tot op de dag van vandaag historisch wordt gesitueerd. Die humanistischegeschiedenis zou zich volgens het Nederlandse humanistische discours beperken tot het westen en binnen die westerse geschiedenis wordt kolonialisme vervolgens niet besproken. Dit eurocentrisme draagt bij aan zogenaamd ‘kleurenblind racisme’ in de manier waarop de geschiedenis van het humanisme in Nederland wordt gekarakteriseerd. Daarnaast loopt het
humanisme het risico dat het met zijn historische karakterisering iedere vorm van kritiek uitsluit, omdat het zich definieert als datgene wat in de geschiedenis sympathiek lijkt. De geschiedschrijving van het humanisme staat daardoor op gespannen voet met de idealen waar het humanisme naar eigen zeggen voor staat. Vanuit het dekoloniale debat wordt gesuggereerd
dat, als oplossing voor de kleurenblindheid van het humanisme, differentiedenken erkend zou moeten worden als kernwaarde van het humanisme. In recente publicaties in het Nederlandse humanistische discours wordt reeds met differentiedenken geëxperimenteerd, maar tot een
significant andere kijk op de humanistische geschiedenis heeft het nog niet geleid.
Date of Award | 18 Jul 2023 |
---|---|
Original language | English |
Supervisor | Margot Joris (Supervisor) & Pien Bos (Supervisor) |