Je hebt als mens zelfdiscipline nodig om tot het leven te komen dat je wenst. Dit betekent dat vrijheid en zelfdiscipline met elkaar verbonden zijn. Het doel van dit hermeneutisch literatuuronderzoek is het in kaart brengen van de relatie die vrijheid en zelfdiscipline in de laatmoderne tijd onderhouden. In de laatmoderne samenleving is het steeds lastiger om zelfdiscipline voor de eigen vrijheid in te zetten. Dit komt door de invloed die de disciplinering van het presteren en de transparantie uitoefent op de laatmoderne mens. Deze vormen van disciplinering komen voort uit het kapitalistische marktdenken dat eigen is aan de neoliberale, laatmoderne maatschappij. Waar deze vormen van disciplinering op het eerste gezicht aan de laatmoderne vrijheid lijken bij te dragen, zetten ze het bestaan juist verder onder druk. Dit wordt versterkt door het proces van dedisciplinering dat in de samenleving heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de verantwoordelijkheid van het ontwikkelen van zelfdiscipline bij de opvoeding van de ouders komen te liggen en is dit niet langer een taak van maatschappelijke instituties. Ondanks het proces van dedisciplinering en de druk van de transparantie en het presteren, is vrijheid in de laatmoderne tijd echter niet uitgesloten. De ethiek van de zelfzorg van Foucault laat namelijk zien dat verzet mogelijk is en ook in de laatmoderne tijd invulling kan worden gegeven aan de eigen vrijheidspraktijk. Zolang zelfdiscipline maar verbonden is aan een eigen ethische oriƫntatie op het leven.
Date of Award | 1 Jan 2016 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | L. J. M. C. Dohmen (Supervisor) & M. Schreurs (Supervisor) |
---|