Abstract
Dit exploratieve kwalitatieve onderzoek poogt inzicht te verschaffen in de manieren waarop non-binaire (transgender) personen geconfronteerd worden met ervaringen van rouw en verlies tijdens een genderbevestigend traject en/of in relatie tot hun genderidentiteit. Daartoe zijn drie deelvragen opgesteld, die zich respectievelijk concentreren op de momenten waarop non-binaire (trans) personen geconfronteerd worden met rouw- en verlieservaringen, de vormen van rouw- en verlies die daarin te onderscheiden zijn en de manieren waarop deze ervaringen gecompliceerd worden door de non-binaire genderidentiteit van de respondenten. Om antwoord te kunnen geven op deze vragen zijn tien narratieve diepte-interviews afgenomen met non-binaire (trans) personen. Er werden zowel respondenten geïnterviewd die op dit moment een (medisch) genderbevestigend traject doorliepen als respondenten die op dit moment geen (medische) behandelwens hadden.Het onderzoek hanteerde een dialectische methode; het theoretische kader kwam (grotendeels) tot stand gedurende het empirische onderzoek en tijdens de data-analyse. Hierbij werden vier vormen van rouw en verlies onderscheidden van waaruit de ervaringen van de respondenten konden worden begrepen; anticiperende rouw, ambigue verlies, niet-erkend verlies en retroactieve rouw. Bij de ervaringen die als zodanig konden worden aangemerkt, speelden verschillende factoren een rol; respondenten noemden hoe het vooruitzicht op voortdurende zichtbaarheid als non-binair persoon en anticiperen op een onveilige toekomst zorgden voor vermijding en moeheid. Respondenten voelden zich vaak niet erkend in hun non-binariteit en de gevoelens van rouw en verlies die zij in relatie tot hun transitie ervaarden. Verschillende respondenten beschreven een vorm van rouw die zij omschreven als ‘verdriet om wat er nooit geweest is’ of verdriet om ‘wat nooit ruimte heeft kunnen krijgen’; een soort rouw met terugwerkende kracht.
Ook het effect van de rouwreacties van naasten op hun transitieproces werd door respondenten beschreven; soms was het moeilijk voor respondenten om te onderscheiden wat zij zelf voelden, en welke gevoelens (van naasten of de omgeving) zij hadden geïnternaliseerd. Gevoelens van verdriet werden snel geassocieerd met twijfel, ook het gevoel zich te moeten ‘verdedigen’ tegen de (rouw)reacties van anderen en het ervaren van schuldgevoelens werden genoemd. Voor zowel respondenten als hun naasten was het verlies van bepaalde rollen die zij eerder innamen (of konden innemen) een bron van verdriet. Voor non-binaire transities geldt dat het gebrek aan woorden en beschikbare narratieven die vorm zouden kunnen geven aan nieuwe rollen zorgt voor toegevoegde complexiteit, waardoor herstelgeoriënteerde processen mogelijk worden bemoeilijkt.
Date of Award | 30 Aug 2023 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Margot Joris (Supervisor) & Geert E. Smid (Supervisor) |