Abstract
In de gerontologie bestaan meerdere theorieën over goed ouder worden en gerotranscendentie is daar één van (Tornstam, 1989; Gondo et al., 2013; Braam et al., 2016; Laceulle, 2018; Machielse et al., 2022). Gerotranscendentie is een vorm van spirituele ontwikkeling op latere leeftijd, waarbij er een verandering is in metaperspectief: er ontstaat een meer ‘kosmische’ en ‘transcendente’ visie op het leven, met daarbij meer levensvoldoening (Tornstam, 1989). Blijft deze theorie overeind als deomstandigheden moeilijker zijn, zoals voor mensen op hoge leeftijd die in een verpleeghuis wonen? In dit kwalitatief, empirisch onderzoek onder twintig bewoners van een verpleeghuis, in de leeftijd van 77 tot 105 jaar, is gekeken of zij kenmerken van gerotranscendentie herkennen. Daarbij is speciaal gelet op kunnen relativeren, humor gebruiken als coping, en kunnen ‘loslaten’. Uit de narratief-hermeneutische analyse van de data komt naar voren dat alle respondenten wel enige of meerdere kenmerken van gerotranscendentie herkennen. Ze relativeren veel en zijn erop ingesteld los te (moeten) laten. Humor als coping blijkt complex te zijn. Gerotranscendentie lijkt in aspecten bereikbaar te zijn voor iedereen. In een samenleving waarin ouderen gemakkelijk in de marge komen te staan, is dit (meta-) perspectief belangrijk en draagt bij aan humanisering en zingeving.
There are several theories in gerontology about good aging. Gerotranscendence is one of them (Tornstam, 1989; Gondo et al., 2013; Braam et al., 2016; Laceulle, 2018; Machielse et al., 2022). Gerotranscendence is a spiritual development in later life, in which there is a change in meta-perspective: a more "cosmic" and "transcendent" vision of life emerges, with more life satisfaction (Tornstam, 1989). Does this theory hold up when circumstances are more difficult, such as for elderly people living in a nursing home? This qualitative, empirical study among twenty residents of a nursing home, aged 77 - 105, examined whether they recognize characteristics of gerotranscendence. Special attention was paid to being able to put things into perspective, using humor as coping, and being able to 'let go'. The narrative-hermeneutical analysis of the data shows
that all respondents recognize some or more characteristics of gerotranscendence. Also, they often put things in a larger perspective and are set to ‘letting go’. Humor as coping turns out to be more complex.
Gerotranscendence, or aspects of, seems to be reachable for everyone. In a society in which the elderly are easily marginalized, this (meta-)perspective is important and contributes to humanisation and meaning in life.
Date of Award | 6 Jul 2023 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Femmianne H. Bredewold (Supervisor) & Arjan W. Braam (Supervisor) |