Zowel in mijn werk in het speciaal onderwijs als in mijn stage in de geestelijke begeleiding ben ik ‘er zijn’ tegengekomen. ‘Er zijn’ is een term waarmee het intermenselijke wordt benadrukt. Toch vind ik het een ongrijpbaar begrip, ‘er zijn’, hoe doe je dat?
Wat betekent het begrip ‘er zijn’ in de praktijk van het geestelijk raadswerk voor jongeen en het lesgeven in het speciaal onderwijs?
Ik heb ontdekt dat ‘er zijn’, zowel in het speciaal onderwijs als in de geestelijke begeleiding, een belangrijk begrip is wat impliciet verwerkt is in de competentieomschrijving. Het is expliciet terug te vinden in de literatuur en in de beroepspraktijk. Het feit dat ‘er zijn’ niet altijd letterlijk genoemd wordt in de literatuur uit het onderwijs lijkt geen invloed te hebben op de praktijk van de drie respondenten die ik heb geinterviewd. ‘Er zijn’ is voor zowel de leraren uit het speciaal onderwijs als de geestelijk begeleiders een begrip wat ze kennen, wat ze herkennen, wat belangrijk voor ze is en waar ze actief mee bezig zijn tijdens hun werk. Een aantal uitspraken van de respondenten zie ik terug in de literatuur, een paar zijn nieuw voor mij. Het doel van ‘er zijn’ was voor de respondenten de gedachte dat de leerlingen en cliënten hier baat bij hebben. ‘Er zijn’ wordt beoefent, omdat dit bijdraagt aan het doen van goed werk. Een belangrijke competentie van ‘er zijn’ zowel voor de leraren speciaal onderwijs als de geestelijk begeleiders is de reflectie. De moeilijkheden van ‘er zijn’ zoals de respondenten hierover schrijven laten zien dat ‘er zijn’ óók nadelen met zich mee kan brengen. Voor de zes de respondenten staat het ‘er zijn’ gelijk aan het uitzenden van de houding dat de ander er mag zijn, waardevol is en van belang.
Date of Award | 1 Jan 2012 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | Y. A. M. Leeman (Supervisor) & C. W. Anbeek (Supervisor) |
---|