De professionalisering van uitvoerende ambtenaren is een hot issue. Met name nu de overheid inzet op de participatiesamenleving, waarbinnen via decentralisaties veel taken rondom zorg en sociale zekerheid bij uitvoerende gemeente ambtenaren komen te liggen. Dit onderzoek hield zich bezig met de vraag ‘Wat kan de omgang met normativiteit bijdragen aan het professionaliseringsdebat rond uitvoerende ambtenaren?’ Uit de bestudeerde literatuur komt naar voren dat de omgang met normativiteit het mogelijk maakt om uitvoerende ambtenaren primair te zien als morele actoren. Het centraal stellen van moreel actorschap in het professionaliseringsdebat doet recht aan de complexiteit van de netwerksamenleving waarbinnen ambtenaren dienen te navigeren tussen tegenstrijdige verwachtingen, logica’s en waarden. Bij het tot stand brengen van interventies in een onoverzichtelijke, onbeheersbare en onsamenhangende samenleving, is in een veelheid aan waarden en handelingsopties de normatieve afweging de doorslaggevende factor, nu professioneel handelen per definitie moreel handelen is. Het discours van normatieve professionalisering verbindt de notie van moreel actorschap actief aan professionalisering. Dit discours is expliciet een aanvulling op de bestaande benaderingen in het debat en geen losstaand perspectief. De inzet van dit onderzoek is geweest om allereerst de huidige opvattingen rond de professionalisering van uitvoerende ambtenaren weer te geven, en deze vanuit kritische vragen in dialoog te brengen met aandacht voor omgang met normativiteit en in het bijzonder het discours van normatieve professionalisering. Het centraal stellen van normatieve afwegingen in het professionele handelen is een manier om een betere professional te worden en voegt daarmee iets nieuws toe aan het bestaande professionaliseringsdebat rond uitvoerende ambtenaren.
Date of Award | 1 Jan 2014 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | R. G. A. Kaulingfreks (Supervisor) & R. van Boeschoten (Supervisor) |
---|