In dit kwalitatieve empirische onderzoek staat de vraag centraal of zingeving een rol speelt in GHB-afhankelijkheid en zo ja, welke? Voor het theoretisch kader van dit onderzoek is de existentiële benadering van Van Deurzen (2002) gebruikt, samen met de definitie van zingeving van Alma & Smaling (2010) aangevuld met aspecten uit de logotherapie van Frankl (1978). Voor dit onderzoek zijn zes interviews gehouden met (ex)GHB-afhankelijken. Deze data zijn vervolgens vergeleken met deze theorieën. Uit de interviews is gebleken dat zingeving een rol speelt in GHB-afhankelijkheid. Op momenten van terugval wordt er een gebrek in zingeving ervaren wat zich uit in een gevoel van leegte en eenzaamheid. Verder is uit de data gebleken dat de functie van het GHB-gebruik lijkt te wijzen op het tegengaan van sociale angst, een laag gevoel van eigenwaarde en om te kunnen ontspannen.
Volgens de respondenten is zingeving belangrijk om blijvend te kunnen stoppen met GHB-gebruik. Zingeving bestaat voor hen onder andere uit het contact met betekenisvolle anderen zoals familie, vrienden en/of mensen van de NA meetings. Deze betekenisvolle anderen spelen ook een rol in het niet terugvallen in gebruik. Verder is het belangrijk om een zingevend doel ofwel een zingevende dagbesteding te hebben, wat bijdraagt aan het gevoel van eigenwaarde. Dit kan bestaan uit (vrijwilligers)werk, studie en/of het uitoefenen van hobby’s. Door vrijwilligerswerk kunnen de respondenten transcenderen boven het eigenbelang wat tevens het gevoel van eigenwaarde versterkt. Alle respondenten geven aan dat een doel ertoe bijdraagt om te kiezen voor het leven en niet meer te gebruiken.
Date of Award | 1 Jan 2015 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | W. Seekles (Supervisor) & A. Ljamai (Supervisor) |
---|