In de scriptie ‘Goed boeren’ is de basishouding van agrarische ondernemers van sociale netwerken onderzocht. De vraagstelling van het onderzoek luidt: Welke basishouding hebben agrarische ondernemers van sociale netwerken, die relevant is voor de toekomst van hun
bedrijf en welke rol spelen de waarden vanuit de basishouding in de gesprekken binnen het netwerk?
In dit scriptieonderzoek wordt de nadruk gelegd op drie onderwerpen, namelijk sociale netwerken, agrarische sector en waarden. Met de verwerkte netwerktheorieën van Castells en Latour is er een onderscheid gemaakt tussen relationele en strategische netwerken die in de agrarische sector in elkander verweven zijn. Vanuit de literatuurstudie wordt duidelijk dat een agrariër weet wat hij doet met waardegedreven technische bedrijfsontwikkeling in een netwerk van agrarische ondernemers die elkaar uit de regio kennen. De verbinding tussen de
agrariër en zijn bedrijf lijkt de puur zakelijke kant binnen een sociaal-technisch netwerk uit te sluiten. Het agrarisch ondernemerschap is in het Nederlandse landbouwbeleid en in de onderzoekswereld aan het veranderen. De eerder stabiele en passieve boerenhouding van de
afgelopen vijftig jaar kan niet meer. Door ‘goed’ ondernemerschap moet de agrariër zich ontwikkelen tot een ondernemer die midden in de samenleving staat en zich staande houdt op een concurrerende
internationale markt.
In de geïnterviewde netwerken is het gezegde ‘al doende leert men’ van toepassing. Dit reflexieve karakter, om tijdens het handelen te denken en door voortschrijdend inzicht het handelen aan te passen, is de agrariërs niet vreemd. Het agrarische ondernemerschap is voor hen erkennen hoe de teelt van de gewassen staat in het landschap en past op de nationale en internationale afzetmarkt. Door theoretische uiteenzetting van beleid en onderzoek in de Nederlandse agrarische
sector wordt duidelijk dat de individuele inzet in een netwerk sterk kan verschillen. De mate van vrijwilligheid kan voor de ene agrariër een innovatieve bedrijfsontwikkeling zijn, waar de ander zich moet inzetten omdat hij in zijn regio niet buiten de wettelijke beleidsontwikkelingen van overheidspartijen kan. Agrariërs zetten bewust in op een bedrijfsontwikkeling die niet alleen past bij de afzetmarkt, maar ook bij hen als persoon. Dit vraagt om een open en betrokken houding waarmee de agrariër zich aanpast aan veranderingen in de economische markt en de maatschappelijke wensen van de samenleving. In de vormgeving en uitvoering van deze veranderingen kan het organisatiemodel van sociaal-technische netwerken een bijdrage leveren aan ‘verantwoorde’ landbouw.
Date of Award | 1 Jan 2009 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | R. P. Hortulanus (Supervisor) |
---|