In deze scriptie wordt door middel van een vergelijkende literatuurstudie deze onderzoeksvraag bestudeerd. Het ideaalbeeld van arbeid volgens William Morris wordt vergeleken met de theorie van Richard Sennett en David Graeber. Dit wordt gerelateerd aan hedendaagse opvattingen over 'goed werk' in Nederland aan de hand van het recente WRR-rapport “Het Betere Werk” (Langeweg, 2020). De conclusie is dat Morris' idee van 'goed werk' relevant kan zijn in de wetenschappelijke en publieke discussie omtrent de invulling van werk. De definities van 'goed werk' variëren sterk en weerspiegelen de complexiteit en belangen binnen de werkcultuur. De vergelijking toont overeenkomsten en verschillen. Alle benaderingen benadrukken het belang van plezier, voldoening en zingeving in werk, maar leggen verschillende accenten op aspecten zoals ambachtelijkheid, autonomie, sociale relaties en economische rechtvaardigheid. Een holistische benadering waarbij bedrijfsmatige en menselijke aspecten worden meegenomen is essentieel. Een evenwichtige en bevredigende werkcultuur, waarin de behoeften en waarden van individuen centraal staan, kan bijdragen aan het welzijn en de levenskwaliteit. De resultaten bieden theoretische inzichten die kunnen leiden tot een meer humanistische en mensgerichte benadering van werk. Elementen zoals financiële compensatie, autonomie, sociale interactie, balans tussen werk en privé, zelfrealisatie en een fijne werkomgeving dienen te worden geïntegreerd in de arbeidsmarkt om werk niet als een last te doen voelen maar als een bron van zingeving. Dit onderzoek draagt bij aan het streven naar een werkcultuur die het welzijn en de levenskwaliteit verbetert en ons dichter bij de humanisering van organisaties en het ideaalbeeld van Morris brengt.
- William Morris
- Richard Sennett
- David Graeber
- Goed werk
- Utopisch socialisme