Mannen met een migratieachtergrond zijn het minst succesvol in het hoger onderwijs, aldus tonen
cijfers van de Vereniging voor Hogescholen (2015) aan. Dit onderzoek richt zich op de profielen
van afgestudeerde mannen met een migratieachtergrond, die hun studie in tegenstelling tot de
verwachtingen gezien hun geslacht, etniciteit en veelal sociaaleconomisch lage status, wél hebben
afgerond. Het afronden van een studie binnen vijf jaar is het criterium waaraan studiesucces veelal
wordt gemeten. Wat deden deze studenten, zodat zij hun studie binnen vijf jaar doorliepen? Welke
ondersteuning hebben zij van hun sociale context ontvangen en hebben voorbeeldfiguren daar
wellicht een rol in gespeeld?
De tien respondenten die uiteenlopende opleidingen op Hogeschool Rotterdam hebben
afgerond zijn de uitzonderingen op de regel(s) gebleken. Zij behoren tot de 13,2% havo instromers
en 16,4% mbo instromers die hun studie binnen vijf jaar hebben afgerond. Zij zijn ook
uitzonderingen, omdat zij wel emotionele en faciliterende ondersteuning hebben gekregen van hun
ouder(s) en anderen in hun sociale context. Intellectuele ondersteuning vonden de geslaagde
mannen met migratieachtergrond opvallend vaak bij een academisch geschoolde partner. Dit is een
onverwacht resultaat van dit onderzoek. Ondersteuning zou, gezien de literatuur en eerdere studies
bij groepen met een andere dan de Nederlandse etniciteit en met een sociaaleconomisch lage status,
weinig voorkomen. De respondenten hebben zich daarnaast, gedurende hun opleiding, ondersteund
gevoeld door medestudenten. Hier zijn ze positieve relaties mee aangegaan, die na hun studie
voortduren. Deze vorm van binding, die zo belangrijk is voor studiesucces, hebben de respondenten
niet met docenten ervaren. Dat is opvallend.
Een andere vorm van ondersteuning (binding) die de mannen laten zien is hun ambitie om
sociale mobiliteit te bewerkstelligen. Hun ouders hebben hard gewerkt om hun sociaaleconomische
positie te ontstijgen en zij willen dat proces voortzetten. De identificatie met hun werk is groot.
Een laatste vorm van ondersteuning zijn de relaties die afgestudeerde mannen met
voorbeeldfiguren zijn aangegaan. Dit deden zij op de volgende twee manieren:
1) op afstand, waarbij de voorbeeldfiguur iets representeert wat zij zelf zouden willen
kunnen;
2) door het aangaan van een positieve en persoonlijke relatie met een voorbeeldfiguur.
Opvallend vaak was dat een sportleraar.
Waar de geslaagde mannen de uitzonderingen zijn, is het juist hun wens dat het gewoon en normaal
is dat jongens/mannen met hun achtergrond zichtbaar zijn op ‘succesvolle’ posities in de
maatschappij. Zij zouden voor hogescholen en daarmee voor andere studenten een dergelijke
zichtbare positie in willen nemen.
Date of Award | 1 Jan 2017 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | Y. A. M. Leeman (Supervisor) & M. Schreurs (Supervisor) |
---|