Dit onderzoeksverslag bestaat uit een toepassing van een conceptuele doordenking van zingeving in een praktijk van een specifieke doelgroep, hoogbegaafde drop-outs, opgevangen door het Centrum voor Creatief Leren (CCL) te Sterksel. De hoofdvraag was Welke aspecten van zingeving (volgens Alma & Smaling, 2010) spelen een rol in het ontwikkelingsproces dat hoogbegaafde drop-outs doorlopen binnen het Centrum voor Creatief Leren en komt dit overeen met de behoeften van de jongeren ten aanzien van zingeving?
Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van triangulatie, waarbij vier methoden van onderzoek werden uitgevoerd. Het eerste deel bestond uit participerende observatie binnen het CCL. Het tweede deel besloeg een dossieronderzoek, waarbij elf dossiers zijn onderzocht en geanalyseerd op zingevingsaspecten. Het derde en vierde deel bestond uit het interviewen van twee verschillende doelgroepen: de medewerkers van het CCL en de leerlingen binnen het CCL. De leerlingen zijn door middel van een focusgroep (groepsinterview) onderzocht.
Het onderzoeksinstrument bestond uit de theorie over zingeving van Alma en Smaling (2010), gekenmerkt door negen zingevingsaspecten; doelgerichtheid, samenhang, waardevolheid, verbondenheid, transcendentie, competentie, erkenning, motiverende werking en welbevinden.
Uit de resultaten kwam dat transcendentie (aan de hand van een levensbeschouwelijk kader) geen primaire levensbehoefte is voor deze doelgroep. Voor hen spelen allereerst erkenning, eigenwaarde en verbondenheid een belangrijke rol in het vormgeven en vinden van hun eigen zingeving.
Date of Award | 1 Jan 2013 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | W. Los (Supervisor) & van Monique Dijk-Groeneboer (Supervisor) |
---|