Deze scriptie gaat over de mogelijkheden in de begeleiding van moslims door humanistisch geestelijk verzorgers. Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: een literatuurstudie en een empirisch onderzoek.
In het eerste deel van de scriptie worden de levensbeschouwelijke ontwikkelingen van de pluriforme samenleving geschetst aan de hand van literatuurstudie. De opkomst van de islam in Nederland wordt in deze ontwikkelingen geplaatst.
Het beroep van de geestelijk verzorger staat in een voortdurende proces van professionalisering. Daarom kan worden verwacht dat de geestelijke verzorging zal anticiperen op de verschuivingen in het levensbeschouwelijke landschap.
De vraagstelling van dit onderzoek is: “Is begeleiding van moslims door een humanistisch geestelijk verzorger mogelijk? Zo ja, waar moet je rekening mee houden en waar loop je tegen aan?” Om de hoofdvraag te beantwoorden, wordt in het tweede deel een empirisch onderzoek toegepast. Aan de hand van semigestructureerde interviews met humanistisch en islamitisch geestelijk verzorgers worden hun ervaringen met interlevensbeschouwelijke begeleiding weergegeven. Vanwege de kleine onderzoekspopulatie worden voorzichtige conclusies getrokken.
Naar aanleiding van de interviews komen de volgende thema's in de conclusie aan bod: 'Ambtelijke binding & identiteit', 'Verschillen waar geestelijk verzorgers mee te maken krijgen', 'Professionalisering & levensbeschouwelijke competentie' en 'Humanistische waarden in de islam'. Naast levensbeschouwelijke thema's ga ik in op de culturele componenten waarmee de humanistisch geestelijk verzorger te maken krijgt. Tot slot bespreek ik de mogelijkheden en grenzen van de humanistisch geestelijk verzorger in het begeleiden van moslims.
Date of Award | 1 Jan 2011 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | J. H. M. Mooren (Supervisor), A. Ljamai (Supervisor) & C. W. Anbeek (Supervisor) |
---|