De doelstelling van dit onderzoek is om een bijdrage te leveren aan de wetenschappelijke en
maatschappelijke discussie die er heerst over de rol die sport speelt bij de sociale inclusie van mensen
met een verstandelijke beperking. Voor dit onderzoek is een voetbalteam met voetballers met een
verstandelijke beperking gevolgd. Er is bij twee trainingen, één wedstrijd en één toernooi
geobserveerd, waarbij de onderzoeker informele gesprekken had met spelers, begeleiders en andere
mensen op de voetbalclub. De observaties zijn aangevuld met vier semi-gestructureerde interviews
met de vier begeleiders van het voetbalteam en één begeleider en één speler hebben deelgenomen aan
photovoice. Zij hebben foto’s gemaakt van hun beleving van het G-voetbal en deze besproken met de
onderzoeker.
Omdat in dit onderzoek het begrip sociale inclusie is opgevat in de breedste zin van het woord, kan
geconcludeerd worden dat het lidmaatschap bij voetbalclub XXXX de sociale inclusie voor de spelers
bevordert. Hun sociale kring breidt zich uit met oppervlakkige contacten met mensen zonder
beperking op de voetbalclub en binnen het team worden met teamgenoten met een beperking diepere
vriendschappen gesloten. Mensen die de spelers van de voetbalclub kennen, groeten hun in het dorp,
bij de supermarkt of in het stadion bij de regionale profclub. Toch wordt hiermee niet bereikt wat de
overheid graag ziet: een breder netwerk voor mensen met een verstandelijke beperking waarop ze
kunnen terugvallen voor hulp en zorg. De contacten tussen mensen met en zonder beperking van de
voetbalclub, reiken niet tot bij de verstandelijk beperkte spelers thuis.
Degenen zonder beperking die het meeste voor de spelers doen, zijn de voorgesorteerde burgers die
begeleider zijn geworden bij het G-voetbal en de doelgroep al kenden. Toch moet niet onderschat
worden wat het G-voetbal betekent voor de spelers uit het team. Er is weliswaar niet expliciet
gevraagd of voetbal hun kwaliteit van leven verbetert, maar in de observaties en gesprekken werd wel
duidelijk dat zij met veel plezier voetballen en veel lol met elkaar hebben. De spelers bouwen hun
netwerk uit met voetbalvrienden, ook al zijn dat hun teamgenoten en geen andere clubleden zonder
beperking. Wel horen de spelers net als ieder ander bij de voetbalclub en worden zij gezien. Het is als
cogito ergo sum: ik voetbal mee, dus ik besta.
Het is een beperking dat vanwege het korte tijdsbestek waarbinnen dit onderzoek moest plaatsvinden,
ervoor is gekozen om één voetbalteam bij één club te volgen. Daarnaast zijn er geen interviews
gehouden met de spelers en andere mensen op de voetbalclub. Het is een aanbeveling om dat bij
volgend onderzoek wel te doen en daarbij meerdere sportclubs te volgen.
Date of Award | 1 Jan 2016 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | F. H. Bredewold (Supervisor) & M. A. Visse (Supervisor) |
---|