In deze thesis wordt onderzoek gedaan naar praktijken van dagbesteding en de betekenis die kwetsbare Rotterdammers geven aan die praktijken van dagbesteding, na de transitie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Met gebruik van de kwalitatieve onderzoeksmethoden practice theory en shadowing zijn drie respondenten een dag geobserveerd tijdens hun dagbesteding. Ook zijn er informele gesprekken met de respondenten gevoerd. Deze verkregen data is geanalyseerd en tegen bestaande literatuur aangehouden.
Uit de analyse kwamen betekenis, erkenning en relationele autonomie als kernconcepten naar voren. De dagbestedingsplek is meer dan alleen tijdverdrijf. Mensen vinden hier betekenis van bestaan door zich nuttig te maken en zich gezien te voelen. Erkenning van zowel begeleiding als medebezoekers is hierin van groot belang. En de relaties met deze mensen vormt een spil in die betekenis. De respondenten geven allen aan zelfstandigheid hoog in het vaandel te hebben staan, maar deze zelfstandigheid sluit afhankelijkheid niet uit. In tegendeel: relaties worden aangeduid als één van de belangrijkste bronnen van betekenis. Echter, de relaties met begeleiders worden minder vanzelfsprekend, omdat begeleiders zich bekneld voelen in de structuur van marktwerking die in de zorg steeds vaker voorkomt. Dit terwijl duidelijk te zien is dat deze begeleiders hun werk doen vanuit een passie voor zorgverlening. Een alternatief voor de huidige zorgverlening zou de door de levenswereld geleide zorg zijn, welke oog heeft voor de existentiële betekenislaag en de begeleider leert een zorgbegrip te ontwikkelen welke de complexiteit van het menszijn, gezond zijn en ziek zijn in zich heeft
De transitie naar de Wmo haalt bepaalde zekerheden, die eerder vanzelfsprekend waren, weg. Zo is er een respondent tegen haar zin verhuisd naar een nieuwe dagbestedingsplek waar zij haar draai niet kan vinden en veel minder groeimogelijkheden heeft, alleen omdat het criterium van een dagbesteding dicht bij huis boven de individuele perceptie van die dagbesteding staat. Verder worden velen belaagd door herindicaties die de onzekerheid van het voortbestaan van de het gaan naar de dagbesteding vergroten. Deze onzekerheid staat groei en ontwikkeling in de weg.
Date of Award | 1 Jan 2016 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | M. A. Visse (Supervisor) & P. Dronkers (Supervisor) |
---|