Door de klimaatcrisis wordt de mens geconfronteerd met de beperkingen van het geloof in de oneindige mogelijkheden van de mens. De mens kan de natuur niet langer bedwingen; de gevolgen van deze crisis lijken niet te overzien. Het humanisme heeft eeuwenlang antwoorden kunnen bieden op vragen van de mens over zichzelf en de relatie tot de wereld, maar het moderne humanisme lijkt geen houvast te kunnen bieden voor het omgaan met deze crisis. Deze tijd vraagt om een verantwoordelijkheid voor alle levensvormen en de aarde. Hoewel nieuwe ecologische stromingen van humanisme zich ontwikkelen, zijn de meeste humanisten en vormen van georganiseerd humanisme nog voornamelijk gericht op de mens hier en nu. In dit onderzoek staat het humanistische begrip van verantwoordelijkheid centraal. Door middel van een fenomenologische studie werden ervaringen onderzocht van mensen die vanuit humanistische organisaties zorg dragen voor het klimaat. Uit de bevindingen kunnen verschillende conclusies getrokken worden. Verantwoordelijkheid komt bij deze respondenten voornamelijk voort uit verbondenheid met hun omgeving en sociale plicht voor (toekomstige) gemeenschappen, en veel minder uit een appèl dat de klimaatcrisis op hen doet. Hoewel respondenten hun verantwoordelijkheid richten op gemeenschappen, ervaren ze spanningen om anderen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. De klimaatcrisis sluit de ruimte voor de mens niet uit; respondenten zijn op zoek naar hun eigen waarden, grenzen en bekwaamheden die helpen om zich in te zetten. De respondenten hebben behoefte aan een handelingskader. Het moderne humanisme lijkt zo’n kader niet te kunnen bieden, maar uit de resultaten blijkt dat er wel aansluitingen zijn met het begrip van verantwoordelijkheid uit het verbindend humanisme dat voortkomt uit een verwevenheid tussen mens en aarde.