In de scriptie Kan een humanist een cyborg zijn? ga ik in op de vraag of het Nederlands humanisme zich zou kunnen actualiseren met behulp van het Cyborg Manifest van Donna Haraway. Hierin vat ik het humanisme op als een historisch verschijnsel dat altijd heeft meebewogen op de golven van de tijd, maar nu erg is achter gaan lopen op een aantal belangrijke maatschappelijke veranderingen. Het gevolg is het teruglopen van het aantal humanisten in Nederland en veel inhoudelijke kritiek op het humanistisch gedachtegoed, die te maken hebben met het manlijke, westerse en rationele karakter ervan.
In 1985 schreef Donna Haraway haar Manifesto for Cyborgs. Hierin toonde zij aan dat wij zowel letterlijk als figuurlijk vergroeid zijn geraakt met technologie. De cyborg zoals we die kennen uit de sciencefiction is allang geen fictie meer omdat we tot stand komen binnen een ‘matrix’ van technologie, wetenschap en politiek. Binnen het Nederlands humanisme is echter weinig aandacht voor technologie en wordt het opgevat als iets dat zich buiten ons bevindt en in meer of mindere mate invloed op ons heeft. Ik denk dat het daarmee vasthoudt aan een achterhaald mensbeeld.
In het eerste hoofdstuk van mijn scriptie zet ik mijn onderzoek en de belangrijkste thema’s uiteen om daarna in het tweede hoofdstuk een beschrijving te geven van de crisis waar het Nederlands humanisme zich op dit moment in bevindt. Zowel maatschappelijke veranderingen als inhoudelijke kritiek komen hier aan bod. Daarna, in hoofdstuk 3, ga ik in op de vraag waarom wij volgens Haraway cyborgs zijn. Zij constateert drie cruciale grensvervagingen die onder invloed van de hoogtechnologische cultuur aan het licht zijn gekomen. Deze betreffen de grenzen tussen mens en dier, organisme en machine en materieel en niet-materieel. Deze grensvervagingen brengen organische standpunten, zoals het humanisme die hanteert, aan het wankelen. Ze stelt dat de mens geen essentiële identiteit heeft, maar slechts een constructie is. Deze constructie is tot stand gekomen op basis van een manlijke, westerse, blanke visie, wat de uitsluiting van onder meer vrouwen en zwarten, die daarmee niet menselijk zijn tot gevolg heeft. Haraway verwijt het socialistisch feminisme deze denkkaders als onschuldig te hebben overgenomen en pleegt zoals ze zelf zegt blasfemie tegen deze wereldse religies. Tegenover natuurlijke identiteit stelt zij dan de cyborgidentiteit, waarmee ze dichotomieën als man/vrouw, blank/zwart en cultuur/natuur weet te overstijgen. De cyborg bestaat uit verschillende delen ras, etniciteit, sekse en gender en vormt een geconstrueerd geheel dat tot stand komt binnen de hoogtechnologische cultuur. Het subject dat daaruit volgt heeft geen vaste kern dat tot ontplooiing dient te komen, maar is in constante reconstructie en nooit af.
In het vierde hoofdstuk laat ik zien dat het Nederlands humanisme weliswaar te weinig oog heeft voor de eigen crisis, maar dat ik toch drie overlevingsstrategieën heb kunnen onderscheiden. Dit zijn de Humanistische Alliantie, het transhumanisme en het posthumanisme van Heleen Pott. Ik bespreek deze strategieën en toon aan dat ze met name op het gebied van de subjectopvatting blijven steken in oude patronen die met Haraway achterhaald zijn gebleken.
Ik het vijfde hoofdstuk zet ik vervolgens uiteen welke inzichten uit het manifest van belang zouden kunnen zijn voor het Nederlands humanisme. Ik bespreek de waarden universalisme, autonomie, verantwoordelijkheid, openheid en dialoog en probeer die te herzien met behulp van de cyborg. In dit hoofdstuk blijkt ook de politieke insteek van Haraway’s manifest waar zij laat zien dat de cyborg weliswaar wordt geconstrueerd binnen de hoogtechnologische cultuur, maar niet is overgeleverd aan de ‘codes’. De cyborg, als onderdeel van de matrix is medeplichtig en zelf ook verantwoordelijk voor het tot stand komen van betekenissen. Zij kunnen, zoals bijvoorbeeld feministische sciencefictionschrijvers dat doen, hercoderingen maken. Ik laat in dit hoofdstuk zien dat met name verantwoordelijkheid, openheid en dialoog opnieuw betekenis kunnen krijgen en welke haken en ogen er kleven aan universalisme en autonomie.
In de conclusie stel ik de vraag of een humanist een cyborg kan zijn. Ik denk dat dat kan omdat iedereen een cyborg is, ook mensen die zich humanist noemen. Of een cyborg echter ook een humanist zou kunnen zijn, ligt een stuk ingewikkelder. Een cyborg zal zich nooit laten inlijven in de categorie mens en zich daarom nooit humanist noemen. Donna Haraway stelt dat iemand alleen blasfemie kan plegen als z/hij het geloof zeer serieus neemt. Zo pleegt zij blasfemie tegen socialistisch feminisme en zo doe ik dat tegen humanisme. Mijn blasfemie richt zich op het autonome subject dat in onze tijd geen logisch uitga
Date of Award | 1 Jan 2007 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | M. I. Franklin (Supervisor) & P. H. J. M. Derkx (Supervisor) |
---|