Kill your idols, Over weerstand tegen en overgave aan geestelijke voorbeeldfiguren

  • van Gijsbert Eijsden

Student thesis: Master's Thesis: Humanistic Studies

Abstract

Het onderzoeksproject Geestelijke Weerbaarheid en Humanisme aan de Universiteit voor Humanistiek wil het vermogen tot geestelijke weerbaarheid opnieuw doordenken en actualiseren. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van het onderzoeksproject en beoogt te verkennen in hoeverre geestelijk modelleren van Oman en Thoresen (2003a; 2003b) kan bijdragen aan het bevorderen van geestelijke weerbaarheid zoals door Van Praag is beschreven. Van Praag (1947b) gebruikt de term 'geestelijke weerbaarheid' als aanduiding voor het vermogen weerstand te bieden aan de bezieling en bevliegingen die zich meester van ons kunnen maken. Hij spoort mensen in zijn werk aan om enerzijds niet te vervlakken en een bewust geestelijk leven te leiden. Anderzijds moet die bezieling of bevlieging in ons leven niet de overhand krijgen, zodat wij geen grip meer hebben op het bestaan. Door het gedrag van anderen te observeren en op unieke situaties toe te passen, stellen mensen zich in staat een palet van verschillende opties van gedrag eigen te maken (Bandura, 1986). Geestelijk modelleren is het proces waarbij mensen geestkracht ontwikkelen aan de hand van het leven en de daden van geestelijke voorbeeldfiguren (Oman & Thoresen, 2003a). Het draagt bij aan het vermogen van de mens zich weerbaar tegen interne impulsen en externe invloeden op te stellen. Ook draagt het bij aan het kunnen creëren, openhouden en invullen van ruimte voor ontplooiing, zingeving en levenskunst. Van Praag legt evenals Oman, Thoresen en Bandura de nadruk op het belang van de ander als een bron van zelfkennis en geestelijke ontplooiing. Het bewust worden van individuele verschillen geeft mensen richting aan de zoektocht naar het hogere. Het hogere refereert naar de persoonlijke perceptie van het hogere wezen, het hogere object, de ultieme realiteit of de ultieme waarheid. Overgave aan een voorbeeldfiguur is daarin geen belangeloos of onbewust identificatieproces. De persoonlijke omstandigheden en de persoonlijke zingeving spelen een centrale rol in wat wel en wat niet van geestelijke voorbeeldfiguren geleerd wordt. Dat is lang niet altijd het geval. In de discussie wordt er verder stil gestaan bij de overgave aan voorbeeldfiguren, waarbij de waarnemer langzaam in de schaduw van het geestelijke voorbeeldfiguur verdwijnt. Deze verhouding tussen idool en fan wordt aan de hand van voorbeelden geïllustreerd en geproblematiseerd. De discussie vormt een aanzet om meer onderzoek te doen naar de kenmerken en eigenschappen van geestelijke voorbeeldfiguren en hoe ze kunnen worden ingezet.
Date of Award1 Jan 2011
Original languageAmerican English
SupervisorJ. Duyndam (Supervisor) & J. H. M. Mooren (Supervisor)

Cite this

'