Levenseindebesluiten aangaande mensen met verstandelijke beperkingen

  • S. Gelder

Student thesis: Master's Thesis: Care Ethics

Abstract

Deze thesis heeft als doel meer inzicht te verkrijgen in de overeenkomsten en verschillen tussen de morele argumenten van artsen aangaande levenseindebesluiten van mensen met verstandelijke beperkingen en de zorgethische visie van Annelies van Heijst. De aanleiding van deze vraag is dat de huidige overheersende instrumenteel-technische rationaliteit en de principebenadering de complexe realiteit van morele dilemma’s te sterk vereenvoudigd weergeven, geen recht doen aan de afhankelijke, kwetsbare medemens en bijdragen aan de ontmenselijking van de zorg. In de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen is een andere morele benadering ontstaan die stoelt op het sociale mensbeeld waarin het relationaliteitsbeginsel centraal staat. De gedachte is dat de visie van de artsen die werkzaam zijn binnen deze sector, nauw aansluit bij de normatieve, zorgethische visie van Annelies van Heijst. Dit wordt onderzocht door vier artsen te interviewen middels een semigestructureerd interview dat gebruikt maakt van vignetten. Aan de hand van het geformuleerde zorgethische kader wordt onderzocht op welke wijze de argumenten van de artsen verschillen of overeenkomen met de belangrijkste zorgethische principes van Annelies van Heijst, en vice versa. Haar belangrijkste zorgethische concepten zijn: 1) de specificiteit van de situatie en de uniciteit van de mens, 2) gevoelvolle relationaliteit in de zorgverhouding, 3) erkennen en omgaan met ongewisheid en frustratie, 4) ongelijke gekwetstheid en asymmetrische afhankelijkheid en 5) menslievende en menswaardige zorg (van Heijst 2008 en 2009). Uit de analyse blijkt dat van Heijst de artsen aanvult doordat zij het belang van de invloed van de eigen persoonlijkheid op de besluitvorming, de gevolgen van gekwetstheid en ongelijke afhankelijkheid op het besluitvormingsproces en de manier waarop men probeert om te gaan met ongewisheid en frustratie onderstreept. Zij geeft taal aan de gevolgen van ongelijke gekwetstheid en benoemt dat de latende manier van handelen evenals uitdrukkingshandelingen onmisbaar zijn in het verwezenlijken van menslievende zorg. Anderzijds biedt de visie van de artsen veel praktische aanvullingen op de zorgethische visie van Van Heijst. Zij verduidelijken welke medische aspecten meespelen in het aansluiten bij de unieke ander en het omgaan met ongewisheid. Zij benoemen hoe hieraan vorm te geven binnen een multidisciplinaire setting en zij geven aan dat het relationaliteitsbeginsel verder strekt dan de relatie tussen arts en cliënt; de relatie tussen de arts en de naaste familie en het multidisciplinaire team zijn eveneens van belang om tot een goed besluit te komen, zeker bij wilsonbekwaam ter zake geachte cliënten. Tot slot formuleren zij aan welke aspecten een goed besluitvormingsproces moet voldoen om überhaupt tot een goed besluit te kunnen komen. Zij geven hiermee nog eens aan dat er niet alleen naar de inhoud van een besluit gekeken moet worden, maar ook naar de manier waarop die tot stand komt en nageleefd wordt.
Date of Award1 Jan 2015
Original languageAmerican English
SupervisorC. J. W. Leget (Supervisor) & W. van der Vaart (Supervisor)

Cite this

'