In deze kwalitatieve studie is onderzocht wat het effect is van de levensfase op het gedrag van street-level bureaucrats (SLB’s) werkzaam in het domein van de jeugdbescherming. Voor dit onderzoek zijn veertien diepte-interviews afgenomen met street-level bureaucrats werkzaam als jeugdbeschermer bij de Jeugdbescherming en als raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming. Deze respondenten zijn op basis van hun leeftijd verdeeld over de jongvolwassen levensfase (20-34 jaar), de middelvolwassen levensfase (35-54 jaar) en de laatvolwassen levensfase (55-75 jaar). Voorafgaand aan het empirische onderzoek is begrip gevormd over het verband tussen persoonlijke kenmerken en beleidsuitkomsten in de street-level bureaucracy door middel van verschillende studies naar representatieve bureaucratie. Specifieke aanwijzingen voor de invloed van de levensfase op het gedrag van SLB’s zijn verworven vanuit de narratieve benadering van levensfasetheorie. Deze literatuurstudie leidde tot de verwachting dat er een positief effect optreedt voor cliënten die worden geholpen door oudere street-level bureaucrats. Naar aanleiding van de empirische studie heeft dit onderzoek aangetoond dat er sprake is van een verschil in de manier waarop SLB’s in verschillende levensfasen de cliënt benaderen. Hoewel er in de manier van contact met cliënt verschillen zijn gevonden tussen de levensfasen lijkt dit geen invloed te hebben op de inhoud van de uiteindelijke besluitvorming die plaatsvindt voor de cliënt. De bevindingen van deze studie duiden vooral op een verschil in de manier waarop SLB’s in verschillende levensfase tot besluitvorming komen in plaats van dat dit inhoudelijk van elkaar verschilt.
Date of Award | 1 Jan 2017 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | M.J. Trappenburg (Supervisor) & G. C. Jacobs (Supervisor) |
---|