Model-zijn: een zorgethische blik op modellenwerk en het zelf

  • Tosca Dekker

Student thesis: Master's Thesis: Care Ethics

Abstract

Mijn persoonlijke ervaring als model, waarbij zorgzaamheid naar modellen een gemis was voor mij, maar ook voor andere modellen, vormt de aanleiding van deze thesis. Zowel maatschappelijk als wetenschappelijk zijn de ervaringen van modellen onderbelicht. In de samenleving zijn veelal stereotyperende beelden van modellen bekend die geen recht doen aan het harde werken van modellen. Ook buiten opdrachten om zijn modellen bezig aan strenge normen uit de modewereld te voldoen, wat leidt tot een kritisch zelfbeeld en een constant ‘aan’ staan. Dit zorgt ervoor dat modellen vervreemd kunnen raken van hun ‘zelf’. De adolescentie, een cruciale fase voor het zelf, maakt het extra relevant om de invloed op het zelf te onderzoeken, omdat modellen vaak in deze periode beginnen te werken. Hoewel er maatregelen worden genomen om de modewereld fysiek en mentaal gezonder te maken voor modellen en om arbeidsomstandigheden te verbeteren, ontbreekt aandacht voor de impact van het werk op hun menselijkheid en zelf - het aandachtsgebied van deze thesis. Zorgethiek biedt handvatten om de invloed van modellenwerk op het zelf te onderzoeken, door het belang van zorgzame relaties te belichten. Deze thesis onderzoekt hoe de modewereld zorgzamer kan worden naar modellen en de verbinding met het zelf van modellen kan herstellen.
Het onderzoek bestond uit een empirische fenomenologische studie naar de ervaring van model-zijn en een literatuurstudie om te bepalen hoe zorgethiek de invloed op het zelf kan helpen verbeteren en zorgzaamheid voor modellen eruit ziet. Voor de empirische studie hielden vier Nederlandse vrouwelijke modellen, twee weken een dagboek bij, deze zijn daarna geanalyseerd volgens de RLR methode. De literatuurstudie besprak een zorgethisch begrip van het zelf en reflecteerde op bestaande literatuur over model-zijn en de invloed op het zelf. Om te reflecteren op hoe zorgzaamheid voor modellen eruit zou kunnen zien en hoe het verbeterd kan worden binnen de modewereld, wordt Tronto’s ‘vier fasen van zorg’ toegepast op de resultaten uit de twee onderzoeken. Hierin komen vier ethische elementen aan bod: aandacht, verantwoordelijkheid, competentie en responsiviteit.
De dagboekstudie onthulde drie onderling verbonden thema’s als bouwstenen van het fenomeen model-zijn: ‘modellenlichaam’, ‘aanpassen’ en ‘afhankelijkheid’. De participanten ervaren model-zijn als onvoorspelbaar, met hoge verwachtingen die druk uitoefenen op hun eigenheid en autonomie. Ze voelen onzekerheid over hun lichaam en persoonlijkheid, waarbij hun eigenwaarde afhangt van het boeken van opdrachten. Startende modellen richten zich op doorbreken en normaliseren de inspanningen. Terwijl ervaren modellen zoeken naar een betere balans tussen werk en privé. Binnen de invasieve context van de modewereld speelt het moederbureau een cruciale rol in het bieden van steun en zeggenschap.
Uit de literatuurstudie kwam naar voren dat wanneer modellen aan hun lichaam werken, ze tegelijkertijd aan hun zelf werken, wat leidt tot een botsing tussen hun objectieve en subjectieve zelf. Modellen moeten steeds een persona aannemen, die niet bij hun identiteit past, wat de vraag oproept hoe modellen het lichaam, dat het werk vereist, verenigen met het lichaam waarvan modellen houden en waarin ze leven. De modewereld is zo ingedeeld dat modellen een individuele verantwoordelijkheid dragen voor hun falen of succes als model. Modellen worden pas als subject gezien wanneer ze een opdracht boeken, waardoor het grootste deel van hun werk ongezien blijft en hun autonomie en eigenheid in het geding komen. Modellen gebruiken rechtvaardigende narratieven om toch een coherent zelf te blijven ervaren, wat hen agency en empowerment terug kan geven, maar ook kan leiden tot het negeren van structurele problemen in hun werkomstandigheden.
Een zorgethisch perspectief, met focus op relationaliteit, kwetsbaarheid, afhankelijkheid en lichamelijkheid, kan helpen om de impact op het zelf te verbeteren. Zakelijke en creatieve relaties tussen modellen en andere modeprofessionals met een zorgzaam fundament, kunnen voor modellen zorgen voor een menselijke benadering van model-zijn. Vooral vanwege de kwetsbaar-makende structuren en de veelal jonge modellen in de modewereld is dit essentieel. Het erkennen van kwetsbaarheid en afhankelijkheid onthult de morele verantwoordelijkheid die andere modeprofessionals hebben richting modellen. Het succes en falen als model heeft te maken met bredere, complexe, individu overstijgende problemen, waarbij modellen afhankelijk zijn van anderen. Doordat iedereen een lichaam heeft kunnen worstelingen die modellen ervaren, invoelbaar worden voor andere modeprofessionals. Vanuit deze basis kunnen modellen ondersteund worden in modellenwerk, wat leidt tot relationele autonomie en een gedeelde verantwoordelijkheid ontstaan.
De belangrijkste bevinding is dat modellen vaak geen stem hebben en dat hun behoeften niet altijd gehoord, serieus genomen of erkend worden. De dagboekstudie voegde aan de bestaande literatuur toe dat het modellenbureau een cruciale rol speelt in het gevoel van steun en erkenning. Daarom is het van belang dat modellenbureaus een zorgzame, vertrouwensvolle relatie aangaan met modellen, waarbij er aandacht is voor zowel zakelijke als persoonlijke behoeften van modellen. Het bureau zou een begeleidende rol moeten aannemen, waar nodig gespecialiseerde hulp inschakelen, modellen betrekken bij hun werkwijze en samen een team vormen tegen onderdrukkende structuren binnen de modewereld. Dit kan bijdragen aan een modewereld waarin het welzijn van modellen serieus wordt genomen en hun unieke menselijke waarde wordt erkend.





Date of Award26 Aug 2024
Original languageDutch
SupervisorElleke Landeweer (Supervisor) & A. A. M. (Inge) van Nistelrooij (Supervisor)

Cite this

'