Er is veel onderzoek gedaan naar de risico’s van zwangerschap en moederschap voor MS-patiënten. Hieruit is gebleken dat een zwangerschap zowel voor moeder als voor kind niet problematisch is. Toch blijken veel vrouwen met MS ervoor te kiezen om geen moeder te worden. Het merendeel van deze vrouwen heeft hier MS gerelateerde redenen voor. Na verdieping in dit onderzoek bleken onzekerheden over de kwaliteit van het moederschap een rol te spelen en ook angst dat MS goed moederschap in de weg zou staan. Op basis hiervan is een probleemstelling ontwikkeld waarin de vraag wordt gesteld wat moederschap kwalitatief goed moederschap maakt. Wat is de norm voor ‘goed moederschap’ en wie bepaald die norm? Om te bepalen wat goede zorg is, wordt in de zorgethiek naar de praktijk gekeken. ‘Het goede’ kan volgens de zorgethiek niet vooraf worden bepaald, maar ontvouwt zich in zorgpraktijken tussen zorgverleners, zorgontvangers en andere betrokkenen in de sociale omgeving. Zorg is daarmee een relationeel fenomeen en behoort daarom ook tot de sociale en politieke dimensies. In het theoretisch kader is daarom aandacht besteed aan deze sociale en politieke dimensies van moederen, door te kijken naar zorgethische literatuur over normativiteit met betrekking tot moederschap. Vervolgens is een fenomenologische onderzoeksbenadering toegepast, omdat we de praktijk enkel kunnen begrijpen wanneer we inzicht krijgen in geleefde ervaringen van individuen uit deze praktijk. Op deze manier biedt dit onderzoek inzichten die andere onderzoeken nog niet aan het licht hebben gebracht. Namelijk een rijker begrip van moederen met MS en te betekenis die daaraan wordt gegeven. Bij het bestuderen van deze ervaringen zijn een aantal thema’s naar voren gekomen: ‘het ervaren van beperkingen’, ‘het gevoel er niet (bij) te kunnen zijn’, ‘het gevoel er wel te kunnen zijn’ ‘zingeving in moederen en zingeving naast moederen’ en ‘het ervaren van (on)begrip en steun’. Hieruit werd duidelijk dat ‘goed moederen’ tot stand komt in de praktijk en bepaald wordt de betrokkenen in die praktijk. Maar ook idealen blijken door te schemeren. Op basis hiervan is een lemniscaat vormgegeven waarin de wisselwerking tussen idealen en reflectie de op eigen handelen in context is weergegeven. De zorgethiek biedt een kader waarbinnen deze reflectie geduid kan worden. Zorgethische concepten als kwetsbaarheid, contextualiteit en relationaliteit kunnen dit proces inzichtelijk maken.
Date of Award | 1 Jan 2019 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | A. A. M. van Nistelrooij (Supervisor) & L. H. Visser (Supervisor) |
---|