Deze scriptie ter afsluiting van de masterstudie Humanistiek is een literatuuronderzoek naar de rol van ‘de moor’ Monostatos in de opera Die Zauberflöte. Deze rol wordt onderzocht in de historische context en in de tegenwoordige tijd. Monostatos’ rol kan, na nauwkeurige beschouwing van het libretto en de muziek, getypeerd worden als racistisch, in de definitie ‘racisme is: raciale vooroordelen en discriminatie plus macht’. De Zauberflöte ging in première in 1791, aan het eind van de achttiende eeuw, een periode die door Verlichtingsdenken gekenmerkt werd. De librettist Emanuel Schikaneder en de componist Wolfgang Amadeus Mozart zijn gevormd door de ideeën van hun tijd. Ook waren zij beide lid van de Vrijmetselarij. De Zauberflöte wordt ook wel ‘Verlichtingsopera’ of ‘Vrijmetselaarsopera’ genoemd. Zowel binnen het Verlichtingsdenken als in de Vrijmetselarij bestonden idealen als gelijkheid, vrijheid en broederschap (het gaat inderdaad hoofdzakelijk over mannen in deze periode) naast raciale vooroordelen en discriminatie. Dit komt tot uiting in de opera. De drang in de achttiende eeuw om kennis te verwerven en te ordenen leidde onder meer tot het hiërarchisch categoriseren van mensen, wat raciale vooroordelen een wetenschappelijk tintje gaf en bovendien diende als rechtvaardiging voor de winstgevende slavernijpraktijken uit die periode. Het woord racisme bestaat pas sinds de jaren ’30 van de twintigste eeuw, de praktijk is echter veel ouder. Na het historisch onderzoek wordt, aan de hand van krantenartikelen en het werk van onder meer Pinn (2017), Wekker (2020) en Gordon (2022), de betekenis onderzocht van racisme in de hedendaagse werkelijkheid. De maatschappelijke discussie hierover werkt door in de omgang met racistische elementen in historische kunst. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in veranderde naambordjes in musea en in de discussie over het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn. Ook in de operawereld groeit het bewustzijn dat raciale vooroordelen niet op een aantrekkelijke melodie over het voetlicht gebracht zouden moeten worden. De rol van Monostatos is de afgelopen jaren regelmatig aangepast. Verschillende ensceneringen en reacties daarop worden in deze scriptie geïnventariseerd. Tenslotte wordt geconcludeerd dat de maatschappelijke discussie over racisme in de huidige geglobaliseerde samenleving vraagt om een luisterende, bescheiden houding, en om zelfreflectie van het witte deel van de mensheid, dat zo lang kleurenblind heeft kunnen zijn omdat wit de norm was. Dit geldt ook voor het humanisme en voor mijzelf.