Niet loslaten, maar anders vasthouden
: Een empirische studie naar ondersteuning van naastbetrokkenen in de ggz

  • Yvonne van Dongen-Bakker

Student thesis: Master's Thesis: Humanistic Studies

Abstract

De zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoening (‘EPA’) is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Bepalend hierin is met name de ‘herstelgedachte’ en de ambulantisering van ggz-zorg. Zorg voor EPA-patiënten vindt zoveel mogelijk thuis plaats in samenwerking met naastbetrokkenen; het zogenaamde ‘triadisch werken’. ‘Herstel’ na psychische ontregeling betreft daarom niet alleen de patiënt zelf, maar ook diens naastbetrokkenen. Dit onderzoek richt zich op het herstelproces van deze naastbetrokkenen. Aan de hand van begrippen uit het CHIME-model (Leamy et al., 2011) en de Contextuele Benadering van Böszörményi-Nagy (Nagy & Spark, 1973) zijn vijf geestelijk verzorgers en zes familie-ervaringsdeskundigen bevraagd op hun ervaringen aangaande naastbetrokkenenondersteuning. Opgemerkt moet worden dat ondersteuning door geestelijke verzorging (zeer) beperkt mogelijk is in de ggz.
Herstelprocessen van naastbetrokkenen hangen nauw samen met de ‘dignity of risk to failure’ (Deegan, 1996) van hun naaste met EPA. Dit herstelparadigma zet de autonomie van mensen met EPA centraal en bepaalt in belangrijke mate de relaties in de triade patiënt-naastbetrokkene-hulpverlener. Naastbetrokkenen moeten zich verhouden tot de manier waarop de zorg aan EPA-patiënten in de praktijk gestalte krijgt. Dit levert enerzijds vragen op over welke zorg als ‘goed’ of ‘waardig’ gezien kan worden. Anderzijds raakt dit aan de existentiële dimensie van informele zorgrelaties; de vraag waarom we ons als mens verantwoordelijk voelen voor, en betrokken bij de ander.
Dit onderzoek laat zien dat het loslaten van belemmerende zorgrollen, evenals terugkeer van (beperkte) wederkerigheid in onderlinge relaties, het herstelproces van naastbetrokkenen positief beïnvloedt. Geestelijk verzorgers en familie-ervaringsdeskundigen helpen naastbetrokkenen inzicht te krijgen in de vraag in hoeverre zij verantwoordelijk zijn voor het ziekte- en herstelproces van een naaste met EPA. Daarnaast draagt het bespreekbaar maken en duiden van schuldgevoelens bij aan het zelf-herstellend vermogen van naastbetrokkenen. Dit komt het herstelproces van alle betrokkenen ten goede.
Date of Award25 Oct 2022
Original languageDutch
SupervisorA. C. (Caroline) Suransky (Supervisor) & Arjan W. Braam (Supervisor)

Cite this

'