De vraagstelling van mijn scriptie is: ‘Hoe wordt er invulling gegeven aan het begrip ‘zelf’ binnen de huidige wetenschappelijke staf van de Universiteit voor Humanistiek?’ In de vorm van een literatuurstudie onderzoek ik publicaties op dit thema van vijf leden van de wetenschappelijke staf van de Universiteit voor Humanistiek: Jorna, Dohmen, Maso, Duyndam en Alma. Het onderzoek heeft mij er van overtuigd dat het ‘het zelf’ binnen de UvH ertoe doet. Opvallend is echter dat het niet een centraal en gezamenlijk focusgebied lijkt te zijn. Het ‘zelf’ lijkt meer als een vooronderstelling aan de orde te komen. Het onderzoek laat evenwel zien dat het ‘zelf’, voor de bestudeerde wetenschappers, wel degelijk een uitgangspunt vormt. Hetzij omdat het als een overschat fenomeen de wacht aangezegd moet krijgen, hetzij omdat het als de essentie van de ‘zijnde persoon’ omschreven wordt. Hoe je het ook wendt of keert, de wijze waarop over het ‘zelf’ gedacht wordt blijkt van directe invloed op het denken over zingeving. En de wijze waarop aan het begrip ‘zelf’ invulling gegeven wordt, is direct gerelateerd aan de opvatting over mens en wereld. Het wordt in het onderzoek zichtbaar dat de opvattingen over het ‘zelf’ divers zijn. Daar waar het ‘zelf’ als geconstrueerd fenomeen wordt gezien, bestaat nog essentieel verschil van mening over hoe je dit ‘zelf’ zou moeten benaderen. En daar waar het ‘zelf’ een Zelf is, worden ook niet direct de implicaties hiervan zichtbaar. Het werd voor mij duidelijk dat, of het nu gaat om uniciteit die je ervaart door de relatie met de ander, of een wezenlijk ‘Ik’ dat zich wil ontwikkelen, of een zelf dat authentiek en waarachtig is en een leven als kunstwerk maakt, het nodig is je werkelijk in de taal en uitgangspunten van de ander te verdiepen, om diens ‘zelf’-opvatting te kunnen gaan begrijpen. Er wordt dus over het ‘zelf’ gesproken. Maar spreken ze ook elkaars taal? Gegeven de keuze van een selectie van deze vijf leden van de wetenschappelijke staf, kan de scriptie geen volledig antwoord geven op de onderzoeksvraag met betrekking tot de wetenschappelijke staf van de UvH. Maar als je deze vijf wetenschappers als representatief mag beschouwen en er is geen reden om dat niet te doen, in tegendeel, dan leeft het begrip ‘zelf’ in de literatuur op een behoorlijk intensief niveau. Het eerste deel van de vraagstelling, namelijk: ‘hoe wordt er invulling gegeven aan het begrip ‘zelf’?’, krijgt een divers en genuanceerd antwoord. Globaal tekenen zich contouren af van een Zelf, waarachtig en diep; een ‘zelf’ zingevend en vormgevend en een ‘zelf’ als transcendent gegeven. Deze visies hebben als gemeenschappelijk kenmerk, dat ze in een relationeel en verbonden perspectief staan.
Date of Award | 1 Jan 2008 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | I. Maso (Supervisor) & J. Duyndam (Supervisor) |
---|