Abstract
We weten dat we ongedocumenteerden zijn, en alleen al door het feit dat we dat zijn, zijn we kwetsbaar. En dat we formeel gezien niet bestaan... feitelijk bestaan we wel. Wat ons pijn doet is dat we ook niet worden meegenomen in de groep van kwetsbaren. We zijn al zo kwetsbaar. En we willen ook meedoen, en meetellen in de samenleving. En we doen al het werk al dat de meesteNederlanders, de mensen hier, liever niet willen doen. Wij doen het werk.”
(Interview ongedocumenteerde) In de zorgethiek worden mensen beschouwd als fundamenteel relationele wezens: niet puur rationeel en onafhankelijk, maar belichaamd, en onvermijdelijk afhankelijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden: “inevitably dependent and inextricably interdependent”. Naast dit ontologische kenmerk van de menselijke conditie zijn er andere bronnen en vormen van kwetsbaarheid die context-specifiek zijn en ons op verschillende manieren kunnen treffen. Dat dergelijke kwetsbaarheden mede veroorzaakt en versterkt worden door sociale, politieke en economische omgevingsfactoren, structuren én overheidsbeleid, heeft gevolgen voor de verdeling van verantwoordelijkheden jegens ‘kwetsbare’ groepen in de samenleving. Tegelijkertijd is er sprake van een proces van responsabilisering die zorgt voor een fundamentele verandering in de verhouding tussen de overheid en de samenleving waardoor individuen en de gemeenschap ongevraagd verantwoordelijkheid krijgen toebedeeld voor dergelijke beleidsdoelen. Door deze ontwikkeling wordt de politieke zorgethische oproep, dat in een democratische en zorgzame samenleving de verdeling van verantwoordelijkheden vorm moet krijgen via een “struggle over
needs interpretation” alleen maar urgenter. Beleid moet niet slechts gericht zijn op bescherming, maar ook op het versterken van de relationele autonomie en capaciteiten van betrokken personen.
In deze thesis, mede gebaseerd op gesprekken met ongedocumenteerde migranten en hulpverleners van Dokters van de Wereld, wordt beargumenteerd dat een zorgethische benadering – gefundeerd in de erkenning van menselijke kwetsbaarheid – te prefereren is boven een mensenrechtenbenadering als normatief kader voor het beoordelen en vervullen van zorgbehoeften
van ongedocumenteerde migranten. Enerzijds omdat ‘rechten’ uitgaan van een onrealistisch ideaaltype van de mens en zijn/haar kwetsbaarheid onjuist conceptualiseren, en anderzijds omdat zelfs de realisatie van sociale, economische en politieke rechten geen garantie biedt op de vervulling van de basale menselijke behoefte aan sociaal contact en het gevoel ergens bij te horen. Bovendien is het aannemelijk te maken dat de uitgangspunten achter bestaand overheidsbeleid mede debet zijn aan de toegenomen kwetsbaarheid van ongedocumenteerden, die juist tijdens de Covid-19 crisis nadrukkelijk zichtbaar werd. De Nederlandse overheid moet daarom nadrukkelijker verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de zorg voor ongedocumenteerde
migranten vanuit de erkenning dat een rechtvaardige overheid gelijke bekommernis heeft om burgers en niet-burgers die zich op haar grondgebied bevinden.
Date of Award | 30 Aug 2021 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Pieter Dronkers (Supervisor) & Adrienne D. de Ruiter (Supervisor) |