In de thesis Ouderschap en Opvoederschap, Gezinsopvoeding of Staatsopvoeding worden hiaten en contradicties in overheidsbeleid, debet aan de steeds maar toenemende kritiek op de Jeugdzorg, met behulp van de kritische inzichten van zorgethiek geïdentificeerd. Tevens worden voorstellen gedaan voor het, althans gedeeltelijk, oplossen van deze contradicties en hiaten. Dit is actueel en maatschappelijk relevant omdat het bij kan dragen aan het succesvol transformeren van het sociaal domein waar jeugdzorg onderdeel van uitmaakt, een opdracht aan de lokale overheid per januari 2015.
De thesis handelt over de spanning tussen een invasieve overheid en de discretionaire ruimte van (professionele) opvoeders. De overheid definieert het gezin als een opvoedpraktijk, verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen. Maar wat wenselijke opvoeding is wordt niet door de overheid gedefinieerd en nauwelijks gefaciliteerd. Omdat opvoeding van kinderen door de overheid gezien wordt als de oorzaak en de oplossing van veel maatschappelijke problemen concentreert zij zich op de mogelijke negatieve uitwassen: onveiligheid voor het kind en onveiligheid voor de samenleving. De overheid blijkt zich in toenemende mate te manifesteren als regelgever en controleur en dringt steeds verder door in de private en in de professionele sfeer. Dit doet zij zonder (professionele) opvoeders te betrekken bij het formuleren van beleid en regelgeving.
Voorgesteld wordt om een andere benadering te overwegen zodat we uit de tegenstelling burger versus overheid of afstand betrachten versus betrokkenheid tonen kunnen komen. Solidariteit, sociaal leren en constituerende spelregels zijn daarbij de kernbegrippen.
Date of Award | 1 Jan 2015 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | F. Vosman (Supervisor) & A. A. M. van Nistelrooij (Supervisor) |
---|