In dit onderzoek is onderzocht hoe de consulenten werkzaam met de Participatiewet het moreel agentschap navigeren. Met de actuele politieke en maatschappelijke vraag om maatwerk worden deze consulenten geacht te handelen op basis van het eigen oordeelsvermogen, waarbij zij de discretionaire ruimte en bijkomende morele afwegingen op zelfstandige wijze horen te navigeren. Het moreel agentschap is onderzocht vanuit een kwalitatief onderzoeksperspectief aan de hand van het werk van Zacka (2017), waarbij er twaalf diepte-interviews zijn ingezet. De resultaten van de diepte-interviews laten zien dat de manier waarop de consulenten afwegingen maken en welke morele principes zij hierbij formuleren, per individu varieert. Met betrekking tot de wijze waarop de consulenten de discretionaire ruimte ervaren, wordt onder andere de invloed van leidinggevenden en de organisatiecultuur op deze ervaringen benadrukt. Daarnaast benoemen de respondenten met name voorbeelden van situaties waarin zij een discrepantie ervaren tussen het beleid en de praktijk. Ze benoemen met betrekking tot de omgang met deze situaties dat zij overleggen met collega's, alternatieve handelsperspectieven proberen te zoeken en anders de situatie proberen te accepteren. Sommige respondenten beschrijven dat zij negatieve emoties hebben ervaren ten gevolge van morele dilemma's. Zij gaan hier mee om door de inzet van een assertieve houding tegenover leidinggevenden, ondersteund door adequate verantwoording en gedegen juridische kennis. De normatieve eisen beschreven door Zacka (2017) lijken beperkt van toepassing op dilemma's en er is geen volledige overeenkomst waargenomen tussen de morele disposities en de wijze waarop de respondenten zichzelf omschrijven. Tenslotte spreken verschillende respondenten over de behoefte tot professioneel begeleide intervisies waarin het persoonlijke reflectieproces centraal staat. Op basis van de bevindingen wordt er beargumenteerd om te investeren in hulpmiddelen omtrent ethiekondersteuning voor consulenten Participatiewet zodat zij, op momenten wanneer de wet geen houvast biedt, op gepaste wijze het moreel agentschap kunnen navigeren en zo optimaal maatwerk te kunnen leveren.