In deze scriptie is vanuit drie theorieën getracht te zoeken naar de fundamenten van een goed leven vormgegeven vanuit autonomie en zorg. Daarbij is gekeken of in de praktijk van de moedercentra Nederland deze theorieën verwezenlijkt worden en wat daaruit de lessen kunnen zijn.
De filosofie van de levenskunst beweert handvaten te geven die leiden tot zelfbeschikking en het goede leven. De empowerment vult deze filosofie aan met de idee dat werken aan zelfbeheer niet mogelijk is zonder bewustwording van onderdrukking en/of kwetsbaarheid. De ander is daarbij van belang om het proces van zelfbewustwording en zelfbeschikking te bevorderen vanuit het vertrouwen in de vermogens van het individu om te veranderen. De zorgethiek levert een belangrijke aanvulling op het individualistische mensbeeld en gaat uit van een relationeel en kwetsbaar mensbeeld. Zorg is hierbij inherent aan en fundamenteel onderdeel van een goed leven.
De vraag hoe men kan motiveren tot (zelf)zorg, betrokkenheid en zelfbeschikking, blijft echter open. Om vanuit de onmacht tot zelfbeschikking te komen is eerst een mate van zelfwaardering en zelfbewustzijn nodig. Levenskunst, empowerment en de zorgethiek betogen hiertoe te leiden, maar veronderstellen ze ook.
In de moedercentra wordt vooral gewerkt aan en vanuit empowerment. Ze stimuleren en vertrouwen op de kracht van vrouwen tot het vormgeven van hun leven, uitgaande van belangrijke fundamentele waarden uit de levenskunst en de zorgethiek.
De moedercentra zouden hierbij meer het proces van zelfzorg en empowerment moeten bevorderen om het gevaar van vrijblijvendheid te vermijden. Daarbij is een goede doordenking van het begrip zorg ten aanzien van de positie van vrouwen en zorg voor de kinderen van belang om zodoende echt nieuwe vormen van zorg en ontwikkeling voor vrouwen vorm te geven.
Date of Award | 1 Jan 2009 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | J. Dohmen (Supervisor) & H. Tenwolde (Supervisor) |
---|