Verbondenheid in isolement
: Een verkennend onderzoek naar de existentiële dimensie van ervaringen met het onvrijwillig verblijven in een separeerruimte op een gesloten psychiatrische opnameafdeling

  • Eva Trapman

Student thesis: Master's Thesis: Humanistic Studies

Abstract

Separeren in de psychiatrie is een maatregel die men tegenwoordig zo veel mogelijk probeert te vermijden. Toch is het soms nog onvermijdelijk. Bovenop het feit dat daar problematische kanten aan zitten bestaat er ook weinig onderzoek naar wat een cliënt ervaart in de separeerruimte. In het bestaande onderzoek hierover komen cliënten nauwelijks aan het woord. Onderzoekers komen wel toe aan het optekenen van zichtbaar gedrag, maar minder aan het beschrijven van ervaringen van binnenuit. Onderzoek naar de existentiële dimensie van de ervaring van separatie in de psychiatrie komt dientengevolge nauwelijks voor. In dit onderzoek is daarom onderzocht hoe het verblijf in de de separeerruimte in existentieel opzicht wordt ervaren, aan de hand van diepte-interviews met mensen die als cliënten opgenomen zijn geweest in de separeerruimte ten tijde van een opname op een gesloten afdeling in de psychiatrie. Voor de inhoudelijke analyse van hun ervaringen is gebruik gemaakt van twee theoretische kaders, enerzijds de existentiële thema’s (ultimate concerns) - dood, vrijheid, isolement en betekenisloosheid - van Irvin D. Yalom (1980), anderzijds de grenssituaties van Karl Jaspers (1919). Beide kaders maken het mogelijk om de ervaringen op existentieel niveau te analyseren. Deze twee manieren van kijken - psychologisch en filosofisch - zijn aangevuld met de lenzen van spiritualiteit en spirituele coping van Kenneth Pargament (1997), om te bestuderen hoe men met de separatie is omgegaan. Cliënten in de separeerruimte maken namelijk vaak een dusdanig ernstige psychische ontregeling mee dat de kans aanwezig is dat er religieuze of spirituele coping plaatsvindt. Dit is een variant van coping die zich voordoet als de overige copingsmogelijkheden - probleemgerichte en emotiegerichte coping - niet toereikend zijn (Lazarus & Folkman, 1984).
In dit onderzoek zijn tien voormalig cliënten geïnterviewd over hun ervaringen met onvrijwillige opnames in de GGZ, waarbij zij ook gesepareerd zijn geweest. Toen zij achteraf werden gevraagd naar hun existentiële zorgen in de separeerruimte, bevestigden ze deze ultimate concerns. Enkele ervaringen zijn als grenssituaties te duiden. Een separatie kan - zowel op een positieve als op een negatieve manier - een existentieel keerpunt in het leven zijn. De vier afzonderlijke grenssituaties van Jaspers zijn terug te zien in de vertellingen van de respondenten, de dood en strijd prominenter dan toeval en schuld. Ook rapporteerden de respondenten een rijke verscheidenheid aan spirituele ervaringen en gedragingen, soms samenvallend met symptomen van psychose. Het onderscheid tussen wanen en authentieke spirituele ervaringen is moeilijk te maken, maar er kan minstens gesteld worden dat bepaalde psychopathologische ervaringen ook zeer betekenisvol kunnen zijn. Enkele spirituele gedragingen kunnen wijzen op spirituele coping. De bevindingen wijzen uit dat respondenten graag meer aandacht voor hun ervaringen zien in het behandelcontact, in existentieel en spiritueel opzicht. Uit de bevindingen volgt onder andere de aanbeveling om op grotere schaal separeerervaringen in kaart te brengen.
Date of Award25 Nov 2020
Original languageDutch
SupervisorArjan W. Braam (Supervisor) & M. C. J. L. Opdenakker (Supervisor)

Cite this

'