In dit literatuuronderzoek staat de volgende vraag centraal: ‘Hoe worden binnen verschillende wetenschappelijke disciplines grenservaringen geduid, welke visie op transitie wordt zichtbaar en wat betekent dit voor de oriëntatie op kwetsbaarheid?’ In een sociologische analyse van de hedendaagse oriëntatie op kwetsbaarheid, wordt een tendens tot verdringing en beheersing zichtbaar, ten aanzien van ervaringen ‘waarin de vanzelfsprekende geborgenheid van het bestaan wegvalt’ - grenservaringen. Dit zijn vaak ervaringen van verlies: van een baan, gezondheid, geliefde of het eigen bestaan. De tendens om deze ervaringen te verdringen en te beheersen maakt de hedendaagse oriëntatie op kwetsbaarheid problematisch, doordat de mogelijkheid tot betekenisgeving uit beeld verdwijnt. Dit vraagt om een heroriëntatie. Vanuit een interdisciplinaire benadering wordt gekeken wat denkers uit de ontwikkelingspsychologie, het existentialisme, de theologie, de gendertheorie en het zenboeddhisme ten aanzien van deze heroriëntatie te bieden hebben. Zij wijzen erop de kwetsbaarheid niet toe te dekken, maar aan te gaan (Epstein, 2000; Yalom, 2008), te erkennen (Butler, 2004) en erover in gesprek te treden (Anbeek, 2013). Afsluitend volgt een kritische dialoog waarin een aantal noties worden uitgelicht die in een heroriëntatie op kwetsbaarheid van belang zijn: de betekenis van de ander, de ontoereikendheid van de taal en de tweezijdigheid van de grenservaring.
Date of Award | 1 Jan 2014 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | C. W. Anbeek (Supervisor) & M. Schreurs (Supervisor) |
---|