In deze scriptie is de achterliggende betekenis van de uitspraak ‘voor mij hoeft het niet meer’ onderzocht. De data in dit kwalitatieve onderzoek zijn verzameld door het afnemen van interviews bij ouderen wonend in twee humanistische woonzorgcentra.
Als een noodkreet die zich transformeerde tot hartekreet werd de uitspraak gedaan. De achterliggende betekenis werd door geïnterviewde bewoners verbonden met breukervaringen die diep ingrepen in het bestaan waardoor het leven niet uit te houden was. Het onderzoek onderscheidt ‘betekenis’ van het leven als existentieel thema en ‘zin’ van het leven als spiritueel thema. Aan de hand van de behoeftetheorie van R.F. Baumeister wordt ‘betekenisgeving’ uitgewerkt en aan de hand van de visie van T. Jorna ’zingeving’. Levensthema’s als verdriet, schaamte en eenzaamheid komen uit de interviews naar voren. De relevantie van het humanistisch raadswerk en steun voor een mogelijk vrijkomen van datgene wat in het hart besloten ligt wordt in casuïstiek benoemd. De visie van Boswijk-Hummel over impulsen vanuit het hart ondersteunen de uitleg over de diepe gevoelens die bij de uitspraak gepaard gaan. De toegepaste ethiek van Tronto geeft handvatten voor humanisering van zorg voor hen die uitspraak doen.
Date of Award | 1 Jan 2009 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | Ton Jorna (Supervisor) & M. A. Braakman (Supervisor) |
---|