Abstract
SamenvattingIn Nederland is in 2022 het Integraal Zorgakkoord getekend door VWS en
verschillende partijen uit het zorglandschap. Belangrijk onderdeel hiervan is de
beweging naar passende zorg met daarin een belangrijke rol voor ‘waardegedreven
zorg’. Dat heeft als gevolg dat alleen zorg, die effectief bewezen waarde toevoegt, in
het basispakket terecht komt of blijft.
Tegelijkertijd erkennen steeds meer partijen dat effectiviteit van zorg vaak niet of
onvoldoende bewezen kan worden met de huidige methodologie. In het kader van
deze huidige ontwikkelingen lijkt er ruimte voor reflectie op het concept
‘waardegedreven zorg’.
Vanuit de zorgethiek is er nog beperkte aandacht geweest voor het concept
‘waardegedreven zorg’. Daarom is het doel van dit zorgethisch onderzoek om
inzichten te verkrijgen in ‘waardegedreven zorg’ vanuit een ander perspectief. Ik ga
daarbij niet in op epidemiologische en methodische vraagstukken, maar maak
gebruik van zogenaamde critical insights vanuit de blik op zorg als relationeel
handelen en praxis.
De Utrechtse zorgethiek kenmerkt zich door een iteratieve beweging tussen de
zorgpraktijk en theorie. Daarom bestaat dit onderzoek uit een theoretische
verkenning, een beleidsanalyse, vijf interviews en een zorgethische analyse als
dialoog tussen de theorie en de empirische onderzoeksresultaten.
In het theoretisch kader maak ik een onderscheid tussen zorg als voorspelbare en
eenduidig meetbare activiteit (poësis) en zorg als complexe, onvoorspelbare en
betekenisvolle activiteit (praxis en handelen). In de beleidsanalyse wordt het
probleem van schaarste voorgesteld als te veel aanbod van niet-effectief bewezen en
daarmee niet-waardevolle zorg. De interviews laten een spanning zien tussen wat
effectief is op groepsniveau en wat werkt bij de individuele patiënt. Bovendien lijkt
het concept ‘waardegedreven zorg’ geen recht te doen aan de complexe zorgpraktijk
en wordt een onderscheid gemaakt tussen uitkomsten van onderzoek en betekenis
van een klacht in de spreekkamer.
Daarmee kom ik tot de conclusie dat de zorgethiek kan bijdragen door de huidige
denken over zorg als meetbaar en voorspelbaar en zorg als kostenpost die iets op
moet leveren, te bevragen vanuit een blik op zorg als complex, onvoorspelbaar en
onzeker, waarbij zorg als relationeel handelen tussen mensen al waardevol in zichzelf
is. Daarnaast kan de zorgethiek helpen bij het inzichtelijk maken hoe kennis en macht
zich verhouden tot het concept ‘waardegedreven zorg’ en wat dat betekent voor de
gelijkheid, rechtvaardigheid en diversiteitsvraagstukken binnen de zorg. Dat vraagt
om een dialoog tussen partijen waarbij aandacht voor de specifieke zorgvraag en echt
luisteren en openstaan voor de ander centraal staan.
Date of Award | 30 Aug 2024 |
---|---|
Original language | Dutch |
Supervisor | Louis van den Hengel (Supervisor) & Gustaaf F. Bos (Supervisor) |