Wachten wordt meestal gezien als een fenomeen dat indien mogelijk vermeden moet worden. Leidend was mijn vraag of wachten niet meer dan dat zou kunnen zijn. De bestudering van het werk van Hartmut Rosa (2013) en Lisa Baraitser (2017) leiden tot de conceptualisering van wachten als synchronisatie en een transformatieve antwoordrelatie. De betekenis hiervan voor goede zorg werd geanalyseerd in het licht van zorgethici Joan Tronto (1993; 2013) en Annelies Van Heijst (2005).
De relatie tussen wachten en goede zorg is doordacht op vijf terreinen. Ten eerste de sociaal-politieke, economische context waarin tijd geld is. In de institutionele context zoals een ziekenhuis verliest men hierdoor het oorspronkelijke doel uit het oog. Ten tweede wordt dieper ingegaan op het mensbeeld waarin onevenredig afhankelijke en kwetsbare of volgens Van Heijst beter gezegd: behoeftige mensen, geen of weinig stem hebben. Daarnaast wordt er op collectief als op individueel niveau geen plek toegekend aan het lijden. Dit maakt wachten of verduren schaamtevol en onzichtbaar. Als derde punt wordt getoond hoe wachten machtsverhoudingen binnen een institutionele context bloot legt. Wie bepaalt hoe lang wie moet wachten? Ook wordt de vraag naar de realiteit van de onoplosbaarheid van wachten gesteld. Wachten kan ook een zorgpraktijk zijn als mogelijkheid tot synchronisatie. De heilzaamheid van tijd wordt als vierde item besproken. Als laatste wordt aandacht besteed aan de onontbeerlijkheid van de relatie tijdens het verduren van de tijd.
Conclusie is dat wachten de cesuur kan zijn waardoor de rijm kan klinken. Wachten als synchronisatie is ook het bewust afzien van interventie door het nemen van verantwoordelijkheid. Wachten kan de niet-wordende temporaliteit van verduren zijn. Zorg kan dan kleine transformaties veroorzaken waardoor men zijn historisch sociaal gegroeide situatie kan transformeren. Wonderbaarlijk genoeg lijkt juist hier ‘iets nieuws’ te kunnen aanvangen
Date of Award | 1 Jan 2019 |
---|
Original language | American English |
---|
Supervisor | M. A. Visse (Supervisor) & A. R. Niemeijer (Supervisor) |
---|